Kiemgroenten zijn heerlijk en ook nog eens supergezond. Helaas liggen ze in de supermarkt vaak verpakt in plastic en zijn ze maar heel kort vers te houden. Niet zo heel duurzaam dus. De oplossing? Zelf kiemgroenten kweken.
Kiemgroenten zijn groenten die je niet laat volgroeien, maar oogst als piepklein kiemplantje. Ze hebben dan alleen nog maar hun eerste twee kiemblaadjes. Deze micro-groenten zitten boordevol vitaminen, mineralen en antioxidanten. Supergezond dus en ze hebben vaak een lekker pittige bite. Heerlijk door een salade of als topping op een boterham bijvoorbeeld. Of je gooit ze door je smoothie heen.
Kiemgroenten zijn hot. En dat weten supermarkten ondertussen ook. De koelschappen liggen er vol mee. En dus ook met de plastic verpakkingen die je er gratis bijkrijgt. Gelukkig kan dat ook anders. Namelijk door zelf je kiemgroenten te kweken. En het is nog simpel ook.
Stap 1: zaden kopen
Op de basisschool kiemden wij de bekende tuinkers, die we dan opaten met beschuit. Maar er zijn nog veel meer groenten en zelfs bloemen waarvan je de kiemplantjes kunt eten: broccoli, rode koel, zonnebloem, Chinese bieslook, groene erwt en radijs. En dat is nog lang niet alles! Ik koop zelf het liefst biologische kiemzaden. Bijvoorbeeld van de Bolster. Maar je hebt veel meer zaadhandels die biologische zaden verkopen. In tuincentra liggen ze nu vaak ook.

De old skool tuinkers
Stap 2: een kweekbakje maken of kopen
Op zich heb je niets ingewikkelds nodig voor het zelf kweken van kiemgroenten. Een (plat) bakje met wat natte watten of dubbelgevouwen stevig keukenpapier is voldoende. Als het maar vochtig blijft. Er bestaan ook speciale kiemschaaltjes van glas met een rooster om de zaadjes op te leggen. Ik heb die zelf ook. Vind ik net wat makkelijker en mooier (ja het oog wil ook wat;-)).
Gewoon zaaien in een plat bakje met wat potgrond kan ook. Het nadeel is wel dat er aarde aan de plantjes kan zitten. Goed afspoelen dus.
Stap 3: het bakje vullen met water en zaden
Vul het bakje met een laag watten of keukenpapier en maak het goed vochtig. Leg dan voorzichtig de zaadjes erop. Gebruik je een kweekschaaltje? Vul het schaaltje dan tot het rooster met water. Verspreid de zaden over het rooster.
Stap 4: plaats op lichte plek en wacht
Plaats het bakje op een lichte plek (niet in de felle zon) en zorg dat de watten en het keukenpapier niet uitdrogen. Je kunt het beste een plantenspuit gebruiken zodat je goed en voorzichtig kunt doseren. Let op: maak er geen zwembad van, dan rotten de zaadjes weg. Bij het kiemschaaltje ververs je elke dag het water. En dan is het een kwestie van wachten…
Taugé en alfalfa worden verkocht als kiemgroenten, maar het zijn eigenlijk spruitgroenten. Je kunt ze op dezelfde manier kweken. Het enige verschil is dat je deze in het donker opkweekt. Ik zet ze gewoon in een kast in de woonkamer. Je moet ze dan alleen niet vergeten zoals ik wel eens deed (oeps).
Stap 5: oogsten
Heel veel geduld hoef je niet te hebben. Meestal kun je na 5 dagen al jouw verse kiemgroenten oogsten. Je knipt gewoon af wat je nodig hebt. Net boven de wortels. Het bakje of kiemschaaltje kun je eindeloos opnieuw gebruiken. Stukken duurzamer én verser dan uit de supermarkt. Dat eet toch net wat lekkerder.
Eet smakelijk!
Kim Nelissen is freelance tekstschrijver én enthousiaste moestuinierder uit Utrecht. Daar huurt ze een minimoestuintje in een lokale buurttuin. Thuis heeft ze nog wat kleine bakken en potten met groenten. Met haar site Moesmeisje.nl wil ze anderen laten zien dat je geen grote moestuin nodig hebt om uit eigen tuin te eten. Op haar site inspireert ze mensen met moestuintips en lekkere recepten. Niet alleen in de moestuin is ze groen bezig, ook thuis probeert ze zo duurzaam mogelijk te leven.