Na een lange nazomer is de herfst nu echt begonnen. Ik vind de herfst een heel fijn seizoen, maar toch heb ik soms een beetje heimwee naar de zomer. Met sommige gerechten voelt het weer een beetje als zomer, zoals dit recept wat ik graag met jullie deel!

 

 

Naast dat ik volledig plantaardig eet, probeer ik ook zo min mogelijk bewerkt voedsel te eten. Ik ben wel echt een zoetekauw en kan enorm genieten van wat lekkers. Gelukkig kun je zelf hele lekkere zoete gerechten maken, die je zoete trek stillen en tegelijkertijd goed voor je lichaam zijn! Een voorbeeld daarvan is dit recept voor bananenijs! Toen ik hier voor het eerst over hoorde, was ik een beetje sceptisch, maar ik ben helemaal om! Het is zo lekker, gemakkelijk en vullend.

 

Om bananenijs te maken heb je eigenlijk maar één ingrediënt nodig, namelijk bananen. Ik gebruik per persoon ongeveer drie rijpe bananen (met veel bruine spikkels).

 

Hoe maak je vegan bananenijs?

-Schil de bananen en snij ze in stukjes. Doe deze in een bakje en zet het voor minimaal vier uur (of een hele nacht) in de vriezer.

 

-Haal de bananen uit de vriezer en doe ze in een keukenmachine of krachtige blender. Een staafmixer zou ook kunnen, maar dan zou ik de bananen eerst vijf minuten laten ontdooien.

 

 

-Zet het apparaat dat je gebruikt aan. Het kan zijn dat je bananen veranderen in kruimels. Doe dan eventueel een scheutje water of plantaardige melk erbij.

 

-Wanneer de bananen de structuur van roomijs krijgen, zet het apparaat dan uit. Wanneer je te lang door blijft gaan met mixen, krijg je meer een soepje namelijk.

 

-Schep het ijs in een kommetje en je bent klaar om te genieten!

 

-Optie: Je kunt het bananenijs nog versieren met bijvoorbeeld; granola, pindakaas, cacao nibs, vers fruit, dadels of ander gedroogd fruit.

 

Eet smakelijk en geniet van je zomerse momentje in het najaar! Ik ben benieuwd wat je ervan vond!

Duurzame Week is met meer dan 10.000 bezoekers het grootste duurzaamheidsevenement van Nederland. Het evenement verbindt bezoekers, ondernemers en overheden met als doel het creëren van een groenere samenleving en toekomst. Tijdens de derde editie van Duurzame Week (20 t/m 27 oktober) kun je op verschillende locaties rondom het Jaarbeursplein in Utrecht kennismaken met alles op het gebied van duurzaamheid. Er worden o.a. lezingen en workshops georganiseerd, maar er is ook ruimte voor entertainment (food, drinks, muziek).

 

Even voorstellen

PR en Marketing expert Clemens Streng is 35 jaar, komt uit Utrecht en werkt sinds 2017 als vrijwilliger bij Stichting Duurzame Week. Als Communicatiemanager probeert Clemens op zijn manier een bijdrage te leveren aan de verduurzaming van de samenleving. Vandaag vertelt hij ons over zijn persoonlijke ervaringen als vrijwilliger bij Stichting Duurzame Week.

 

Clemens Streng – Communicatiemanager Duurzame Week

 

Hoe het allemaal begon

“Duurzame Week (DW) is in 2015 door Margit Végh en Koen Kooper in het leven geroepen. Zij geloven dat je grote impact kunt creëren door particulieren, ondernemers en overheden een podium te bieden om te inspireren, verbinden en activeren. We moeten het met z’n allen doen. Met DW maken we het buzzword ‘duurzaamheid’ voor iedereen toegankelijk.

 

Toen ik in 2017 begon als vrijwilliger was de DW al uitgegroeid tot een week die uitpuilde van de workshops, challenges, lezingen, een markt, pubquiz, panelgesprek, awards, … Destijds met een festivalhart, een grote glazen kas, centraal op het Domplein. Dit jaar slaan we opportunistisch de handen ineen met partners als ANNE (Alle Nederlanders Naar Energieneutraal), Climate Planet en The Green House restaurant. Daar vinden veel programma-items plaats.”

 

Gescout bij de Frietwinkel

“In een oriëntatiefase tot meer maatschappelijk bijdragen kwam ik via een domino van ontdekkingen – Tegenlicht-bijeenkomst ‘Verticale landbouw’, VOKO Utrecht (voedselcollectief) en Utrechtse Euro – bij een meetup van de DW. Daar werd ik gescout door het vrijwilligersteam (mogelijk toen ze mij meevroegen voor een patatje na bij De Frietwinkel). Niet lang daarna begon ik als medewerker communicatie en ben sinds dit jaar onderdeel van het kernteam als Communicatiemanager.”

Balanceren voor vrijwilligers

“Met DW hopen wij de samenleving te verduurzamen, bewustzijn te creëren over keuzes (en daaruit volgend duurzamer gedrag) en samenwerkingen tussen particulieren, ondernemers en overheden te stimuleren. Hiervoor hebben wij natuurlijk sponsors nodig, maar ook een duurzaam team en continuïteit. Ondanks het grote enthousiasme en de toewijding van het vrijwilligersteam verlaten ze het project omdat ze afgestudeerd zijn en een betaalde job gaan zoeken. Het is niet dat zij niet willen blijven maar buiten een enorm interessant netwerk, fantastische sfeer en een mooi doel, kunnen we hen niet aan ons binden. Hoe goed en leuk het ook is, het vergt een hoop balanceerwerk voor veel vrijwilligers: Het is en blijft een nevenactivieit.”

Aim for the Sky vs Realisme

“Het is ongelooflijk wat dit fantastische vrijwilligersteam voor elkaar krijgt. We waren nog even behouden over wat we konden realiseren in 2018, maar momenteel staat er een programma met meer dan 65 items en de keynote speakers komen daar nog bij.

 

Natuurlijk ondervinden we ook wel eens moeilijkheden. Na 2017 hebben we met het team een reset meegemaakt (verloop). Qua planning was dat een enorme uitdaging. We hadden niet overal de ervaring die nodig was. Uiteindelijk zoek je de balans tussen ‘aim for the sky’ en ‘wat kunnen we opportunistisch, realistisch bekeken voor elkaar krijgen’. Dat was een interessante fase om door te gaan met het team, omdat je elkaar daarin leert kennen, soms de waarheid moet vertellen en een hoop leert en bijstelt.

 

Motivatie voor DW

“Wat mij motiveert is voornamelijk the good cause: grotere impact, verduurzaming. Ik vind het heel belangrijk dat we in harmonie leven met onze omgeving en ik baal ervan dat ik zo vaak zie dat dit misgaat (van sigaretten en lachgaspatronen op de parkeerplaats tot dierenleed). Daarnaast motiveert het mij enorm om te werken in een leuk en professioneel team!”

 

Society 3.0

“Als DW alle verwachtingen overtreft, staat de toekomst in het teken van gelijke verdeling, geen economische groei maar bloei (in harmonie met de Aarde), usership in plaats van ownership (deelauto op zonne-energie)…

 

Ik denk dat het heel mooi is dat bij een substantieel deel van de bevolking het ‘bewustzijn’ er al is (gezien de blijvende trend over verantwoord voedsel, cleanups, initiatieven op plastic…). Ik denk niet dat we moeten wachten tot de COP eruit is en het klimaatprobleem adequaat gaat aanpakken (Note; De COP is verantwoordelijk voor het op stoom houden van de internationale activiteiten om de ongewenste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen). Dus dan toch op een regionaal/lokaal niveau samenwerkingen tussen particulieren/consumenten, ondernemers en overheden.

 

Ik geloof helemaal in het gedachtegoed van o.a. Ronald van der Hoff met zijn Society 3.0 dat wij het met elkaar zelf moeten doen. Dus zoek de verbinding, inspireer elkaar en ga aan de slag! Dit gaat wellicht niet direct over het resultaat, maar de incrementele stap is van essentieel belang. Het zijn de uitzonderingen die van de een op de andere dag stoppen met vlees en vliegen. Maak het behapbaar.”

 

TIPS

“Heb je interesse, stap er gewoon op af, vraag! Zie vooral niet teveel drempels, maar begin gewoon ergens met informatie, een meetup, desk research (als dat niet saai is), social media…: begin ergens! Dat leidt tot het volgende in je oriëntatie tot duurzaamheid.

 

Laat je zeker niet verlammen door het idee van een onmogelijke opgave! Je kan zoveel: denk aan kledingruil, heerlijke en zelfs makkelijke alternatieven voor vlees (tot en met een heerlijke bapao van de Vegetarische Slager; iets minder gezond wellicht); prachtige toegankelijke vakantiebestemmingen zijn soms dichterbij dan je denkt; etc.

 

Je hebt prachtige boeken over hoe toegankelijk duurzaamheid is. Bijvoorbeeld: ‘Dit is een Goede Gids’ van Marieke Eyskoot.

 

 

 

“Zoek de verbinding, inspireer elkaar en ga aan de slag!”

 

Meer weten over Duurzame Week? Check de website!

Ik probeer zero waste te leven, dus het klinkt dan misschien raar dat ik eten koop in plastic verpakkingen. Maar toch doe ik dat. Ik heb daar zo mijn redenen voor en die deel ik graag met jullie.

 

Over datum

Nu wil ik wel graag eerst zeggen dat ik niet zomaar eten in plastic verpakkingen koop. Ik koop namelijk eten wat op het punt staat over datum te gaan. In veel supermarkten is het namelijk zo dat als eten aan de t.h.t. datum is het aan het eind van die dag wordt weggegooid. Ik vind dat erg zonde omdat veel van dit eten gewoon nog kan worden opgegeten na deze datum. T.h.t. staat voor ten minste houdbaar tot, en is dus vaak tot na deze datum nog te gebruiken. Er is ook eten met een t.g.t. datum wat staat voor te gebruiken tot wat betekent dat het na deze datum niet meer gegeten kan worden door gevaar voor bacteriën. De t.g.t. datum staat vaak op voorgesneden groenten, zakken gemengde sla, en voorverpakte maaltijden. De t.h.t. datum staat vaak op zuivelproducten, groenten in een plastic zak zoals appels, en groentepakketten van de groente afdeling.

 

Er zijn ook zero wasters die er juist voor kiezen om hun eten juist niet te kopen met deze stickers vanwege het feit dat de winkel het dan dus nog verkoopt en er dus vraag blijft naar deze producten. Ik vind dit een heel sterk punt, en snap deze insteek ook goed, maar voor mezelf denk ik dat het ook erg zonde is dat er nog prima te eten voedsel word weggegooid.

 

 

T.g.t datum

Ik koop regelmatig dit soort verpakkingen omdat ik het zonde vind dat het eten samen met de verpakking aan het eind van de dag wordt weggegooid in de supermarkt omdat het over de datum is terwijl het nog gebruikt kan worden. Soms koop ik ook eten wat aan de t.g.t datum is als ik zeker weet dat ik het diezelfde dag nog ga opgebruiken, maar vaak let ik vooral op de verpakkingen met een t.h.t. datum.

 

Ik heb  hierdoor uiteraard wel een plastic verpakking die ik moet weggooien, wat niet zero waste is, maar het eten heb ik nog kunnen gebruiken, wat ik zelf erg belangrijk vind. Ik houd bijvoorbeeld erg veel van kaas, maar koop dit uitsluitend nog met kortingsstickers. Naast dat ik er hierdoor voor zorg dat het product niet weggegooid hoeft te worden ontvang ik ook nog korting over deze boodschappen, wat als student altijd fijn is meegenomen.

 

Voor we het goed en wel beseffen is ons kleine ventje ineens 7 maanden oud. Op luiervlak verandert er ineens het één en ander. Routines die eerst werkten, doen dat nu ineens niet meer. We passen enkele zaken aan.

 

 

Ruimere luiers

Onze kleine man gaat richting de kaap van 10 kg. Al enkele honderden grammen geleden voelden we dat het einde van dit ‘gratis-luiers-tijdperk’ eraan zat te komen. Ik bereidde me hierop voor door al enkele maanden geleden via de Facebookgroep ‘Luiermarkt’ een aantal luiers tweedehands te kopen. Op dit moment zitten we in een overgangsfase waarin we wat afwisselen tussen verschillende soorten luiers. Voor Thorin lijkt het allemaal om het even. Zou hij merken dat hij nu een ander merk aan zijn luierkontje heeft? Zou hij merken dat er drukknoppen opzitten in plaats van velcro? We denken het niet. Wij merken de klittenbandverandering telkens als we onze wasmachine opendoen: de grote klittenbandbol die er tot enkele weken geleden uitkwam heeft zich omgezet in enkele kleinere bolletjes (we blijven nog enkele klittenbanden in omloop hebben. Na de overgangsfase een helemaal ontwarde was die uit de machine komt?)

 

Meerdere wegwerp

De grote stap die Thorin zeker wel heeft gemerkt, is de stap naar de crèche. Vanaf nu gaat Thorin op de dagen dat ik werk naar de crèche, dus 3 dagen per week. Onze kinderopvang stapt jammer genoeg niet mee in ons wasbaar avontuur, dus zitten we momenteel in een dubbele positie: wegwerp in de crèche, wasbaar thuis. Het is wat zoeken, aangezien de stilaan vaste wasmomenten onderbroken zijn. Ik merk ook dat de luiers iets langer blijven liggen. Op dagen dat Thorin naar de crèche gaat, gebruikt hij er immers nog maar een tweetal. Ik voel soms mezelf neigen naar ‘zou ik die twee dan ook niet wegwerp doen?’, maar ik zet momenteel door. Elke uitgespaarde luier is er eentje bij. En mijn man denkt er ook zo over. Hij is zo geïnspireerd en geëngageerd dat ik vorige week in onze wasmachine een gewassen wegwerpluier vond. Even voor de duidelijkheid: de pamper was proper, ongelofelijk zwaar van het vele absorberen en niet opnieuw te gebruiken. Een verdienstelijke poging dus om heel extreem wasbaar te luieren. 

 

 

Grotere plasjes

Van de ene op de andere dag lijkt onze kleine, schattige zoon ineens reuzeplassen te doen. Al enkele dagen op rij ervaren we lekken bij de heel vroege ochtendvoeding. Resultaat: zowel romper (heel doorweekt) als pyjama (heel vochtig) als slaapzak (licht vochtig) zijn in verschillende gradaties nat. We starten dus met bijboosteren. Aangezien hij in zijn luier al een booster heeft en de voorgevormde luier met moeite nog sluit, boosten we ook extra aan de buitenkant bij. We leggen sandwichegewijs nog een extra laagje tussen zijn voorgevormde luier en het overbroekje.

 

Wat een ongelofelijk dik, maar schattig luierkontje. Hij kan er amper nog mee zitten en leunt automatisch wat naar achteren. Gelukkig hoeft hij er enkel mee te slapen. Er blijven ondanks de vele lagen af en toe vochtigheden aanwezig, dus ik verdiep mij in nachtluiers. Wist je dat er nachtluiers zijn die tot 450 ml kunnen absorberen? (officieel, want op Facebookpagina’s spreken ze van 750 ml!) Ben ik de enige die dat echt heel veel vindt? Ik kan mij niet voorstellen dat ik ‘s nachts zoveel plas (en ik voel ook niet de behoefte om dit na te meten)

 

Nu ja, ik laat me toch overhalen en ben nu de trotse bezitter van een Petit Lulu maxi night drukknoppen met beertjesmotief. De luier is dik en droogt redelijk traag (en zo jammer dat nieuwe luiers steeds 3 keer gewassen moeten worden voordat ze te gebruiken zijn), maar hij is heel absorberend. In combinatie met een nieuw overbroekje met fleeceranden (lekker zacht, veel minder striemen!) zijn de nachten (nu ja, momenteel maar 1 nacht op 3 à 4 doordat we zo maar eentje hebben) droog en comfortabel voor Thorin. Aangezien de luier tot 16 kg gaat, laat ik me opnieuw overhalen. Ik kocht enkele dagen geleden nog één extra Petit Lulu maxi night bij (wat een naam!) en ik bestelde op de groei (hij wordt toch ooit nog groter en plast dan nog meer?) nog twee Anavy nachtluiers die het legendarische zuigvermogen van 450 ml hebben en die hij tot 20 kg kan dragen. Het feit dat de printjes superschattig zijn  heeft mij totaal niet overtuigd hoor!

 

Ben jij ook zo gek op knoflook? Waarom dan niet zelf van die heerlijk geurende bollen telen? Je hebt er niet per se een moestuin voor nodig. Een bak of grote emmer in je tuin of op je balkon kan ook prima. Knoflook neemt namelijk niet veel ruimte in beslag. En het goede nieuws is: oktober is de perfecte maand om die teentjes de grond in te stoppen. Ik leg je stap voor stap uit hoe je knoflook teelt.

 

Stap 1: maak de grond klaar

Als je een plekje in je moestuin of eigen tuin hebt, dan is het handig om je grond wat compost te geven voordat je de knoflook in de grond stopt. Het slimst is om de knoflook op ruggen, oftewel verhoginkjes, te telen (zie ook de video onderaan dit blog). Zo voorkom je dat de wortels van de knoflook gaat rotten als het langere tijd veel regent.

Teel je in een bak of pot? Doe er dan wat speciale moestuinmix in. Daar zit alles in wat groente nodig heeft. Zorg dat je bak of pot niet helemaal dicht is aan de onderkant, zodat het water goed kan weglopen.

 

 

Stap 2: koop knoflook

Je teelt knoflook door de losse tenen in de grond te stoppen. Ik koop altijd speciale knoflook bij een teler, maar je kunt ook gewoon knoflook uit de winkel pakken. Let er dan wel op dat het biologische is. Gewone supermarktknoflook kan namelijk behandeld zijn met een anti-uitloopmiddel. En dat uitlopen is natuurlijk juist wat je wilt.

 

Stap 3: stop de teentjes erin

Breek de bol open en kies de grootste tenen uit. Stop de teentjes met de punt naar boven in de grond. De meningen over de diepte verschillen nogal, maar ik houd tussen de 5 en 10 centimeter aan. Laat ongeveer 10 tot 15 centimeter tussen de teentjes zitten. Zo heeft elk teentje straks genoeg ruimte om een mooie, grote bol te worden. Na een paar weken komt de knoflook als het goed is boven.


 

Stap 4: geef water bij droogte

Meestal is watergeven niet nodig, aangezien onze Nederlandse herfst eerder te nat dan te droog is. Mocht het voor langere tijd niet regenen, geef de knoflook dan een beetje water. Staat je bak of pot onder een afdak op je balkon, geef dan wat vaker water. Maar let op, niet te veel. Knoflook houdt niet van natte voeten.

 

Stap 5: wacht geduldig

Knoflook stopt praktisch met groeien zodra de winter eraan komt. De plant gaat dan in een soort winterslaap. Je hoeft eigenlijk niets te doen, behalve wachten tot het voorjaar is. Dit vind ik altijd het lastigste onderdeel van moestuinieren;-).

 

Stap 6: geef wat moestuinmest

In maart ontwaakt de knoflook en krijgt hij een groeispurt. Dan lust de plant wel een extraatje in de vorm van mest. In het tuincentrum kun je samengestelde mest kopen. Daar zit alles in wat moestuingroente nodig heeft. Op het pak staan de precieze hoeveelheden.

 

Stap 7: voeg wat kali toe

Wil je echt goede, grote bollen, dan is het slim om een pak kali, oftewel kalium te kopen. Ik gebruik zelf altijd vinassekali van Ecostyle, maar je hebt ook andere merken. Je voegt dit in eind april/mei aan de grond toe. Houd je aan de hoeveelheden op de verpakking.

 

Stap 8: oogsten

Je kunt jouw knoflook oogsten in de maand juni/juli. Als het loof bruin wordt en afsterft is het moment daar: jouw knoflook is klaar! Je kunt ze dan voorzichtig uit de grond trekken. Knoflook kun je vers eten, maar ik bewaar hem altijd. Dat kan een flink aantal maanden.

 

 

Stap 9: drogen

Maak de knoflook na de oogst schoon met water. Het loof laat je eraan. Leg ze daarna op een zonnig plekje te drogen. Na een paar dagen tot een week kun je ze op een koele en donkere plek neerleggen om ze te bewaren. Als je het leuk vindt, kun je de geoogste knoflook vlechten.

 

 

Wil je alles nog eens goed nakijken? Op mijn YouTube-kanaal kun je de video knoflook telen bekijken.

 

Stel je vraag

Heb je nog vragen over knoflook telen of andere moestuinvragen, stel ze gerust in een reactie onder dit blog of stuur een mail naar info@moesmeisje.nl. Veel moestuinplezier!

 

Er komen veel handen aan kleding te pas en iedereen in de productieketen verdient een eerlijk loon, de boer die katoen verbouwt, de arbeider die de ruwe stof maakt, de spinner die garen maakt en de naaister in het atelier. Een leefbaar loon is een mensenrecht, maar de meeste kledingarbeiders verdienen nog steeds te weinig om van te leven. Uitbuiting van mensen en bronnen zijn helaas twee grote problemen van de mode-industrie. Werkdagen van 12 uur zijn heel normaal, kledingfabrieken staan op instorten en zijn brandgevaarlijk, het werken met machines en chemicaliën is vaak riskant en ongezond en kinderarbeid komt nog vaak voor, zowel bij het in elkaar zetten van de kleding als bij het plukken van katoen.

 

Katoenteelt tekent voor ruim 2,5% van het wereldwijde waterverbruik. De teelt van een kilo katoen kost gemiddeld 8000 liter water. Verven van een kilo textiel kost gemiddeld 100 liter water. Zomaar een paar voorbeelden uit de mode-industrie, die naast olie de meest vervuilende industrie van de wereld is.

 

Met deze kennis in het achterhoofd wordt de vraag van wat er bij het vervaardigen van een kledingstuk allemaal komt kijken alleen maar groter. Ik heb dan ook besloten om een dagboek bij te houden over een rode jurk die in mijn kast hangt. Waar komt het vandaan en wat komt er allemaal bij kijken voor het vervaardigen van deze jurk? Beginnende bij de kledinglabel, want daar staat made in Bangladesh op. Dat betekent niet automatisch dat ik direct meewerk aan kinderarbeid of mede verantwoordelijk ben voor de slechte arbeidsomstandigheden waarom mijn stukje textiel is gemaakt of toch wel? Maar hoe kom ik daar achter en kan ik er überhaupt achter komen? En hoe weet ik nu zeker of mijn kleding smetteloos is van schendingen van mensenrechten en natuur?

 

 

Duurzame mode is geen trend, maar de toekomst

Als je echt wilt dat je kleding smetteloos is van schendingen van mensen en natuur dan lijken duurzame merklabels een goede optie. Labels die staan voor kwaliteit, goede werkomstandigheden, geen kinderarbeid, eerlijke handel en natuurlijke grondstoffen. Kortom eerlijke kledingstukken, die je zelf maakt of een familielid, de lokale klerenmaker, of merken die gaan voor duurzaam en bewust ondernemen.

 

Geen enkel merk is al door en door schoon, maar sommige merken werken wel hard aan verbeteringen. Bijvoorbeeld de merken die zijn aangesloten bij de Fair Wear Foundation.

 

Een andere optie is het kopen van vintage kleding of kleding ruilen tijdens de kleding swap. Je weet dan echter nog niet of je eerlijke kleding in handen hebt, maar het is wel zeker dat de keten langer wordt en we minder weggooien en hoe langer je met kleding doet, hoe duurzamer het is!

 

Wist je dat  68% van de consumenten verantwoorde kleding wilt dragen, maar niet weet hoe (Goodbrandz)? Helaas weet nog steeds 9 op de 10 Nederlanders niets van de achtergrond van merken (ING). Hier wil Dutch Sustainable Fashion Week (DSFW) verandering inbrengen en dat doen zij onder andere deze week met verschillende shows en evenementen.

 

Het primaire doel van dit evenement is om alle ontwikkelingen, innovaties en Young Designers een podium te geven en dit onder de aandacht te brengen bij een breed publiek en alle belanghebbende partijen (bedrijven, designers, modezaken, scholen, consumenten) met elkaar te verbinden.” – DSFW

 

Foto: Fashion for Good

 

DSFW shows woensdag 10 oktober

Deze week is de laatste week van DSFW 2018, dus wil je nog bij een show of ander evenement aanwezig zijn dan moet je snel zijn (tickets hier te bestellen)!

 

GRN United is vanmiddag aanwezig bij de Green Fashion Talent Award en gaat daar live verslag van doen op Instagram. De show vindt plaats in De Hallen 2 in Amsterdam.  7 toffe duurzame merken geven een ready-to-wear show. Een vakjury, bestaande uit o.a. influencer Stephanie Broek en designer Monique Collignon zal 1 van de merken benoemen tot Green Fashion Talent 2018!

 

Foto: DSFW

 

Hierna vindt er vanavond om 19.30 een High fashion show plaats, waar 4 upcoming designers hun eigen invulling zullen geven aan het thema water, vuur, lucht en aarde. Ook hier zullen we uitgebreid verslag van doen.

 

 

Talking Trash Show

Aanstaande vrijdag 12 oktober vindt de Talking Trash Show plaats in Amsterdam (Afvalpunt Oost). Het designerduo Trinhbecx (bekend van de Amsterdam Fashion Week) heeft de couturecollectie voor deze show ontwikkeld. De collectie is gemaakt van stoffen gefabriceerd van verwerkt GFT afval.

 

Regionale evenementen DSFW

DSFW heeft ook een regionale events programma met events in onder andere Tilburg, Groningen, Kampen en Den Haag. Check bijvoorbeeld of er bij jou in de buurt een duurzame pop-up store staat, een kledingruil plaatsvindt of een workshop wordt gegeven!

Dat er veel mis gaat in de kledingindustrie, weten we eigenlijk allemaal wel. Onze honger naar steeds weer iets nieuws om aan te trekken gaat ten koste van degenen die onze kleding maken. En oh ja, ook het milieu heeft het zwaar met onze koopdrift.

 

Maar het kan ook anders! Het is nu Sustainable Fashion Week. Eerlijke en duurzame modemerken presenteren hun collecties en overal in het land zijn activiteiten te bezoeken. Het perfecte moment om ons eigen kleedgedrag onder de loep te nemen. Wil jij wel een verantwoorde kledingkast maar weet je niet waar je moet beginnen? Ik help je graag op weg.

 

          

 

Wat is eerlijke en duurzame kleding?

Met de termen ‘fair’  en ‘duurzaam’ wordt rijkelijk gestrooid in de modewereld en de invulling van deze begrippen verschilt nogal per merk en winkel. Laat ik daarom beginnen met wat de termen volgens mij (zouden moeten) inhouden:

 

Fair fashion

Fair Fashion betekent voor mij dat de kleding gemaakt is onder veilige omstandigheden en voor een eerlijk salaris waarvan iemand kan rondkomen. Een leefbaar loon wordt dat meestal genoemd. Dat geldt dus voor iedereen in de keten: van de katoenplukker tot degene die de laatste knoop op mijn blouse zet en natuurlijk ook de persoon die het kledingstuk aan mij verkoopt.

 

 

Sustainable fashion

Duurzaamheid is wat complexer. Het gaat vooral om het verkleinen van de impact die jouw kleding heeft op de aarde. Dat kan op allerlei manieren: minder gebruik van water, energie en chemicaliën bij de productie, recycling van materialen, betere kwaliteit (hoe langer het meegaat, hoe minder vaak je iets nieuws nodig hebt), het niet gebruiken van dierlijke materialen (dieren houden vreet energie en water en geeft veel CO2-uitstoot) en ga zo maar door.

Duurzaamheid en eerlijkheid hangen trouwens nauw samen. Je kunt je bijvoorbeeld afvragen hoe eerlijk het is als degene die jouw kleding verft tot zijn nek in de chemicaliën staat of waarom jouw spijkerbroek – waar zo’n tienduizend liter water in verstopt zit – op de droogste plekken op aarde wordt gemaakt.

Duizelt het je al van alle aspecten om op te letten? Dat is helemaal niet erg. Dat er zoveel misgaat in de kledingindustrie, betekent ook dat je met een paar kleine stappen al een hoop kunt verbeteren!

 

    

 

5 Tips voor de start van een verantwoorde garderobe

1. Begin met wat jij het belangrijkst vindt
Merken en winkels kunnen niet bestaan zonder jouw geld. Met elke aankoop die je doet, stem je met je portemonnee voor een wereld zoals jij die graag ziet. Waar wil je aan bijdragen? Wat wil je niks mee te maken hebben? De keuze is aan jou. Als je weet wat jij belangrijk vindt, is het veel makkelijker om kleding, merken en winkels te vinden die bij jou principes passen. Maak een lijstje en ga daarmee aan de slag. Voor mij moet kleding bijvoorbeeld óf eerlijk gemaakt óf tweedehands zijn. Maar als jij je eerst wilt richten op dierenleed of het uitbannen van microplastics in je kleding, is dat ook prachtig. Door prioriteiten te stellen, raak je niet overweldigd en gaat het groene balletje vanzelf rollen.

 

2. Maak gebruik van de kennis van anderen
Je bent niet de eerste die betere kleding wil dragen. Er is al een heleboel bekend en uitgezocht. Zo doet Rank a brand grondig onderzoek naar de productieprocessen van kledingmerken, is Project Cece het winkelplatform voor eerlijke merken en vindt je op Naoki een lijst van groene bloggers die zich met fair fashion bezighouden. Ook zijn er steeds meer winkels en webshops (overzicht KouweKleren en overzicht GRN United) die uitsluitend eerlijke en duurzame kledingmerken verkopen. Zij hebben het uitzoekwerk al voor je gedaan en zijn dus het perfecte startpunt op zoek naar betere merken die bij jouw stijl passen.

 

3. Draag wat je hebt
Niet de meest spannende tip, maar de meest duurzame omgang met je kleding blijft gewoon het opdragen van de kleding de je al hebt. Zo gaan alle grondstoffen, energie en waarschijnlijk helaas ook ellende die in jouw broek of trui gestopt zijn in elk geval niet verloren.Probeer je vóór je toekomstige aankopen doet te verdiepen in je eigen stijl. Wat draag je echt graag? Waarom zijn je favoriete kledingstukken zo ultiem fijn? Daarop kun je verder bouwen, zodat je minder miskopen zult doen.

 

      

 

4. Draag tweedehands

Dit is en blijft de ultieme tip voor het verduurzamen van je kledingkast. Door tweedehands te kopen, draag je niet bij aan de enorme kledingberg die onze aarde verstikt. Bovendien is het een fijne manier om toch vertrouwde, maar niet zo eerlijke merken te blijven kopen zonder zaken te sponsoren waar je niet achter staat.Er is voor iedereen een manier om tweedehands te kopen. Houd je niet van struinen door een kringloopwinkel? Maak een tour langs de goed gesorteerde vintagewinkels in je woonplaats of zoek je heil online. Daar vind je ook alles, van retro kleding tot mainstream merken op platforms als United Wardrobe. Of ruil simpelweg je kleding met vrienden! Een kledingruil is zo geregeld.

 

5. Wees lief voor jezelf
Het is geweldig dat je stappen wilt zetten, maar alles in een keer veranderen is niet altijd realistisch. Soms vind je dat ene kledingstuk echt niet fair of tweedehands of is het niet duidelijk wat de duurzaamste optie is. Zo lang je doordacht koopt en zuinig op je spullen bent, is dat sowieso al veel duurzamer dan meewaaien met de wegwerpmode. Geef niet op om dat het niet perfect gaat, maar doe een dansje om wat wel lukt en houd vrolijk vol. Daar heeft de wereld veel meer aan!

 

Dit is een gastblog van Hermien. Hermien is 27 jaar en draagt sinds drie jaar fair en tweedehands kleding. Op haar blog KouweKleren deelt ze de talloze manieren om je stijlvol en verantwoord te kleden.

Foto door: Iris Zaagman

 

Hey allemaal en welkom op mijn derde blog voor GRN United,

In deze blog zal ik jullie wat meer vertellen over de eerste maanden wasbaar luieren bij ons kindje.

Newborn billen in newborn luiers?

Net geen jaar geleden werd ons eerste kindje geboren. Een groot aantal herbruikbare luiers lag thuis al klaar en ik had me de voorgaande maanden volop ingelezen over de verschillende soorten en het gebruik ervan.

 

Omdat alles volledig nieuw en vooral vermoeiend was, besloten we in het ziekenhuis gewoon de aangeboden wegwerpluiers te gebruiken om niet met al te veel was uit het ziekenhuis thuis te komen. Een dag na thuiskomst, toen ons kindje 5 dagen oud was, waren die wegwerpluiers op en haalden we de eerste wasbare luier boven.

 

In het begin gebruikten we hydrofielen (tetradoeken en oogjes-/piqueluiers), kleine prefolds en strikluiers.

 

Ik had een 30-tal hydrofielen en een 10-tal prefolds en strikluiers aangeschaft, omdat ik wel vermoedde dat ons meisje niet al te groot zou zijn en dus nog niet vanaf het begin in haar voorgevormde meegroeiluiers zou passen. Voorgevormde newborn luiers had ik niet gekocht, omdat ik veel las dat baby’s daar erg snel uitgroeien en de aankoopprijs best hoog is voor de korte periode dat je ze gebruikt. We hadden wel enkele newborn overbroekjes, helaas vielen zelfs die nog te groot en hadden we de eerste weken enorm vaak lekken.

 

 

Hydrofielen, prefolds en strikluiers in het kort

Alle drie deze luiertypes zijn zeer goedkope wasbare luiers waarmee je in principe de hele luierperiode door kan komen, meestal is bijboosten wel nodig wanneer je kindje meer gaat plassen. Bovendien bestaan al deze luiers uit 100% natuurlijke materialen, zijn ze zeer snel droog aan het rek en kunnen indien nodig zelfs probleemloos op hoge temperatuur gewassen en gedroogd worden.

 

Hydrofielen

Een voordeel van hydrofielen is dat je ze op veel manieren kan vouwen. Zo kan je de vouw gebruiken die jij het makkelijkst vindt en het beste bij de bouw van jouw kindje past, terwijl je partner misschien een andere vouw kan gebruiken als hij/zij die gemakkelijker vindt. Een nadeel is dat het nogal overweldigend kan zijn om al die vouwen te leren, dus het helpt om je research te doen voordat je kleintje al je jouw aandacht opeist 😉. Ook kan je ze gebruiken als aanvulling in andere luiers wanneer je extra absorptie nodig hebt of gewoon als spuugdoek, handdoek, kuisdoek etc.

 

Prefolds

Prefolds zijn dikker en kleiner dan hydrofielen en dus op iets minder manieren te vouwen, ze bestaan in verschillende maten naargelang het gewicht van je kindje en zijn apart of als extra inlegger onder een andere luier te gebruiken. Als je ze met een klemmetje (Snappi of Boingo) of een ouderwetse veiligheidspin vastzet, zijn ze ideaal bij newborns. Wanneer je ze gewoon in drie vouwt (= ‘padfold’) en los in een overbroekje legt, lekt vloeibare (newborn)stoelgang er gemakkelijk langs. Deze laatste methode is dus aangenamer bij kindjes met vastere stoelgang.

 

Strikluiers

Strikluiers worden doorgaans op twee manieren gevouwen afhankelijk van de grootte van je baby. Persoonlijk vindt ik ze heel schattig en een fijn ogen, maar denk er aan om de lintjes bijeen te knopen zodat ze niet verstrengeld raken in de was. Iets om eventueel ook rekening mee te houden is dat de meeste ukkies een periode hebben waarin ze niet stil willen liggen om een nieuwe luier om te krijgen, strikluiers kunnen dan weleens vervelender lijken om aan te doen dan andere luiersystemen.

 

Foto: Strikluier

 

Grote lekjes, kleine lekjes

Dus zoals ik eerder zei, hadden wij in het begin enorm vaak lekken. Dit kwam simpelweg doordat de absorberende stof niet strak rond ons meisje haar benen en buikje zat en de overbroekjes eveneens nog te los zaten. Hierdoor kreeg die enorm vloeibare babypoep vrij spel om in haar kleertjes te lekken.

 

De eenvoudigste oplossing was passende overbroekjes kopen. Gelukkig hadden we enkele overbroekjes gekregen van mijn lieve schoonmoeder, die volop tweedehands sites afzocht zodra ze hoorde dat wij herbruikbare luiers wouden gebruiken, die iets kleiner waren dan de newborn overbroekjes die wij al hadden. Een duurdere optie zou het aanschaffen van passende voorgevormde luiers zijn.

 

Zodra we passende overbroekjes hadden, bleef alles hier mooi in, maar moesten we bij bijna iedere luierwissel ook het overbroekje vervangen. Ja, de eerste maanden maken die kleintjes gemakkelijk meer dan 5 keer per dag (verrassen veel en heel vloeibare) stoelgang. Zo kwamen we snel overbroekjes te kort, om nog maar te zwijgen over de knoeiboel dat dit gaf in wolbroekjes.

 

 

Uiteindelijk lukte het ons om, door een combinatie van verschillende vouwen, de luiers voldoende te laten aansluiten zodat de overbroekjes meestal proper bleven. Bij hydrofielen gebruikte ik een combinatie van de ‘origami-fold’ (een vouwtechniek waarbij de meeste absorberende lagen zich tussen de beentjes bevinden) en de ‘jelly roll-fold’/‘newspaper roll’ (een vouwtechniek waarbij je de zijranden naar binnen rolt om als barrière tegen vloeibare stoelgang te dienen), bij prefolds ook de ‘jelly roll-fold’ en bij strikluiers de vouw voor kleine baby’s in combinatie met het extra naar binnen plooien of rollen van de zijranden tussen de beentjes.

 

Op deze manier konden we de eerste maanden, waarin ons meisje de meest vloeibare stoelgang had, best goed door komen. Toch hebben we recent enkele voorgevormde newborn luiers (en overbroekjes met mooi printjes, hihi) bij aangeschaft voor wanneer we een volgend kindje zouden krijgen. Die investering wou ik vorig jaar niet doen, omdat we nog niet helemaal zeker waren of we wel aan meer dan één kindje zouden beginnen en omdat ons kindje mogelijks vanaf het begin in meegroeiluiertjes zou passen. Achteraf gezien zou ik, puur voor het gemak, zeker wat kleine voorgevormde luiertjes aanschaffen nu we toch weten dat meegroeiluiers echt nog wat te groot waren en we in de toekomst zeker een tweede kindje willen.

 

Jouw kind, jouw keuze

Als laatste, voordat ik deze blog afrond, wil ik nog even dit meegeven:

 

Of je vanaf dag 1 volledig wasbaar wilt gebruiken of niet, is volledig aan jou en geen enkele mama (of papa) moet zich over deze beslissing een slecht gevoel laten aanpraten door anderen.

 

Bij een eventueel volgend kindje hoop ik onmiddellijk met herbruikbare luiers te beginnen, zolang de bevalling niet te moeizaam verloopt en we niet te lang in het ziekenhuis moeten blijven. Maar veel ouders kiezen er, om allerhande redenen, voor om later pas met wasbaar te starten.

 

Of je nu vanaf dag 1, na 6 maand of pas bij je derde kind met herbruikbare luiers begint … elke wegwerpluier uitgespaard, heeft het milieu minder belast!

 

Tip: Als je budget niet al te groot is, kan je in plaats van newborn overbroekjes te kopen je meegroei overbroekjes aanpassen. Dit doe je door ter hoogte van de beenopening onderaan één of enkele steekjes te zetten, zodat je de beenopening ietwat dichtnaait en dus kleiner maakt. Let wel op dat je dit zo ver mogelijk aan de buitenrand doet, zodat je overbroekje niet lek wordt.

 

Supertip: Wanneer je kindje(s) uit de luiers is (zijn), en je zeker bent dat je de komende jaren geen babybillen meer in huis zal hebben om de luiers rond te doen, kan je ze doorverkopen. Dit kan je onder andere op tweedehands.be, marktplaats.nl, de Facebookgroep ‘Luiermarkt’ en op de sites van verschillende wasbare luier-(web)shops. Newborn luiers zijn meestal zodanig kort gebruikt, dat je ze echt nog voor een goede prijs kan doorverkopen. Zo heb jij een stukje van je investering terugverdiend én extra bijgedragen aan de duurzaamheid van je luiers. Wees wel eerlijk en vermeld eventuele mankementjes aan je luiers. Oh ja, en kapotte luiers doorverkopen alsof ze prima in orde zijn écht een no-go!

 

Bonustip: Veel ouders verkopen hun newborn luiers, zelfs als ze in perfecte staat zijn, aan lichte prijsjes. Zo kan je ondanks een klein budget bijna nieuwe newborn luiers kopen. Controleer indien mogelijk wel even of de verkoper betrouwbaar is, veel ouders hebben al mooie tweedehands koopjes gedaan, maar toch gebeurt het helaas zo nu en dan nog dat iemand wordt opgelicht.