Een vos hoort in de natuur, maar deze Vos had daar tot voor kort geen boodschap aan. Jarenlang zag ik mezelf als stadsmens pur sang, ook al kom ik oorspronkelijk van het platteland. Toch raakte ik anderhalf jaar geleden helemaal verslingerd aan het bos, een plek waar ik me zoals ik me kon herinneren sinds 1990 niet meer geweest was. Hoe dit zo kwam? Ik zal het je vertellen….
Natuur? Och, zo saai….
Tot vrij recent had ik 0,0 met de natuur. Bomen, vogels, bloemen: ik zag ze niet en als ik ze zag dan keek ik er langs of er doorheen. Ik ben opgegroeid in West-Zeeuws Vlaanderen, een gebied dat bekend staat om zee, polders en landerijen. En niet te vergeten: vele stukken grond die de afgelopen jaren kunstmatig tot natuurgebied zijn gemaakt. Kortom: ’t Land Van Cadzand wás niets anders dan natuur. Toen ik naar de middelbare school ging, moesten mijn vriendinnen en ik elke dag negen kilometer heen-en-terug op de fiets. ’s Ochtends én ’s middags een half uur trappen langs een weg met alleen maar bomen, weilanden en sloten. Wanneer we samen reden vond ik het leuk omdat we gezellig konden lachen en kletsen, maar oh wee als ik soms alleen terug moest rijden. Alleen langs die lange -in mijn ogen- suffe weg. Wat vond ik dat geestdodend, wat vond ik dat shhááái. Ja, zelfs met m’n walkman op mijn kop.
Hoe meer volgebouwd, hoe beter!
Toen ik op mijn negentiende op kamers ging in Amsterdam, slaakte ik een diepe, vette zucht. Hoogbouw tot ver buiten het centrum, op elke straathoek een supermarkt, negenhonderddertien cafeetjes, zo hier-en-daar een perkje en een parkje, maar in de wijde omtrek in principe geen vergezicht te bekennen. Dit was de bedoeling! Hier was ik thuis, dit was de habitat waar ik onbewust al die jaren naar had gesnakt. Twee decennia lang kwam ik alleen de stad uit als ik op vakantie, naar mijn moeder of een vriendin in een ándere stad ging. Voor de rest had ik buiten de Ring niets te zoeken: alles was op een kwartier fietsen van mij vandaan. Vrienden, werk, repetitieruimtes, Paradiso, Het Rijksmuseum, winkels van alle ketens en ook nog meerdere filialen van elk, restaurantjes….hónderden restaurantjes, bioscopen en nog heel veel meer dingen waar ik zelfs geen weet van had, maar mócht ik er ooit heen willen: het was dichtbij! Oftewel: het paradijs!

De openbaring
Een aantal jaar geleden werd Amsterdam ineens mega-populair. Dagelijks koersten vliegtuigen en cruiseschepen op de stad af met in hun kielzog duizenden en duizenden toeristen die niet konden wachten tot ze in het centrum van Mokum werden losgelaten. En ja, toen werd het toch wel een tikkeltje druk op straat. Heel lang deed ik mijn uiterste best om deze nieuwe situatie te negeren. Ok, het was druk, maar was Amsterdam niet altijd druk? De omslag kwam toen een vriendin met haar gezin van Utrecht naar Amerongen verhuisde, een dorp tussen de bossen van de Utrechtse Heuvelrug. Mijn eerste reactie toen ze vertelde te gaan verhuizen was complete ontsteltenis (‘Naar de bossen? Waarom? En de stad dan???). Toen ze er eenmaal woonde en ik voor het eerst met haar een boswandeling maakte -iets wat ik dus nooit en te nimmer deed- zag ik het licht: ‘wow, hier tussen die bomen is het wel héél erg prettig. Wat een rust!’. Compleet zen ging ik weer richting Amsterdam met een zekerheid: dit ging ik vaker doen.
Zo zen als na drie yin yoga-sessies
Nog geen maand later boekte ik een huisje in een buurdorp van mijn vriendin om weer eens lekker met die korte pootjes van me door de takken en de bladeren stekkeren. De heerlijke geuren, de lichtval door de boomkruinen, het gehak van spechten en ja, hoor: …en echte eekhoorn! Zaten die hier echt gewoon in de bossen? Je leest het: er ging een wereld voor me open. En op het einde van zo’n wandeldag, had ik weer hetzelfde gevoel: alsof ik drie yin yoga-sessies achter de rug had. Als je mij vroeger gezegd had: ga eens lekker op vakantie in eigen land, dan had ik je fronsend aangekeken. In mijn optiek was er echts niets suffer dan dat. Naar het buitenland moest ik. Nieuwe steden en landen ontdekken, want nee: twee keer naar hetzelfde land gaan vond ik ook stom. Je begrijpt, met deze tripjes richting bosrijk gebied in Nederland verbaasde ik vooral mezelf. Wat was er met me gebeurd? Was ik een saaie vrouw geworden? Of gewoon oud?
Trotse wandelaar in eigen land
Ok, hip en happening was niet ik niet meer als veertigplusser. En misschien speelde dat ook wel mee. Had ik er vroeger zeker niet mee te koop gelopen te genieten van een wandeltrip (ik was toch geen suf burgertrutje? Ik was een avontuurlijke vrouw die zoveel mogelijk wilde zien en ervaren!), tegenwoordig kan het me niks meer schelen hoe mensen hier tegenaan kijken. Om de zoveel tijd boek ik een huisje op de Veluwe en ik vind het heerlijk! Ook kijk ik niet meer zo zeer naar waar ik nog niet geweest ben, maar naar waar ik behoefte aan heb. Voor nu zijn dat rust en de natuur. Ja, natuurlijk kan je dan ook naar Noorwegen gaan, maar nu ik het afgelopen jaar veel duurzamer ben gaan leven en voorlopig niet meer wil vliegen, vind ik het niet nodig om puur voor de rust en onthaasting een lange reis te maken. Niet dat ik mij nu beperk tot ons kikkerland, want over een paar weken vertrek ik met de trein naar Engeland, maar wat ik eigenlijk wil zeggen… of je nu van het bos bent of meer van de zee, de heide of polders: ons land is echt zo gek nog niet! Echt niet.
Hey, ik ben Sasja (42) en ik woon in een poppenhuisje in de Amsterdamse Jordaan. Na jaren geen letter op papier te hebben gezet, heb ik sinds kort mijn oude liefde schrijven weer opgepakt. Voor De Verantwoorde Praktijken van Sasja de Vos blog ik me drie keer in de rondte over zaken waar mijn hart als een malle van gaat kloppen: duurzaamheid en sociaal betrokken leven. Hoewel ik zo duurzaam mogelijk probeer te leven, leef ik niet 100% verantwoord. Een beetje speelruimte moet er naar mijn mening wel zijn. Bewust leven, maar niet super streng.