Een hele eigen kledingstijl waar je elkaar zo lekker mee in een hokje kan stoppen heb ik eigenlijk nooit gehad. Ik hoorde nooit bij de kakkers met Burberry sokken en plooirokken. Ook niet bij de emo´s met zwarte lippenstift. Niet bij de alto’s met harembroeken en rasta haar. Okay, misschien een beetje bij de Disco’s met blauwe mascara, een mislukt permanentje en een getoupeerde lok. Ashamed, rare tijd die jaren 80. En net nu ik mijn midlife overleefd heb en de hokjesgeest ver achter me heb gelaten, heb ik ineens het label Vintage. Niet per se vanwege de retro looks, wel vanwege mijn eco principes. En I love it!

 

bLOG_OKT.jpg

Foto: Vincent Boon

Before the flood

Al bijna twee jaar koop ik geen nieuwe kleding meer. Lingerie en sportkleding uitgesloten. Het begon allemaal met de docu ‘before the flood’ van Leonardo Di Caprio. Met open mond heb ik anderhalf uur aan de buis gekluisterd gezeten. Ik zag hoe wij als westerlingen de wereld aan het verwoesten waren met ons bizarre consumerende gedrag.  Met tranen in mijn ogen zette ik de TV uit. Nou ben ik een emotioneel type en krijg ik ook tranen bij de TVOH, maar dit was anders. Dit was ontsteltenis om wat we onze planeet aan doen. Dit was verdriet om hoe we mensen in lagelonenlanden uitbuiten. Dit was schaamte. Opnieuw. En die gaat verder dan mijn disco look of huilen bij de TVOH. Ik besloot tot mijn 50e verjaardag geen nieuwe kleding meer te kopen.

 

Tweedehands

Secondhand werd minstens anderhalf jaar mijn motto. De tweedehands rokjes en jurkjes die ik score zijn allemaal even leuk en hebben een verhaal. Een verhaal dat ik er zelf bij fantaseer. Sommige van mijn rokjes hebben zakelijke deals gesloten. Mijn soulpijpbroeken zijn op festivals geweest. Mijn vintage jurkjes hebben in Parijs gewoond en mijn leren jasjes hebben achterop een motor gezeten. Hoe leuk is dat.

 

Naaisetjes

Minder leuk is dat ik niet altijd op de hoogte ben van de leeftijd van mijn nieuwe vriendinnen. Splitjes op leeftijd kunnen scheuren. Gelukkig zijn er altijd collega´s die naaisetjes in hun tas hebben als ik net even te diep buk om de stekker van mijn laptop in het stopcontact te doen. Dezelfde collega´s die mij er tijdens een meeting op wijzen dat ik niet mijn leesbril, maar mijn 3D bril van de vorige bioscoopavond uit mijn te grote vintage tas vis en op mijn neus zet. Dezelfde collega´s die mij er op attenderen dat een OV fiets super eco is, maar de ladder in mijn kousen niet heel representatief. Dezelfde collega´s die net zo blij zijn als ik als ik trots vertel dat ik twee paar Peter Kaisers op marktplaats heb gescoord, maar zich wel afvragen waarom ik één gouden en één zilveren pump aan heb getrokken. Some things never change. Disco of Vintage. En ik schaam me niet.

 

Ik hád me toch niet goed begrepen wat mijn gemeente met ‘groen’ bedoelde toen ze vroegen naar mijn ideeën over een groen dorp. Natuurlijk begon ik gelijk te tetteren over wasbare luiers en dat deze beter zijn voor het milieu; minder water en chemische stoffen nodig over de hele luierperiode. En minder afval. In productie en afvoer win-win. Is een helder verhaal en een lekker groen idee waar nog veel winst in te behalen valt lijkt mij zo. Bewustwording in de regio in de eventuele vorm van subsidie of een luierpakket wilde ik nu niet op inzetten, maar hey, wel even genoemd hebben. Her en der worden er pilots gedaan in Nederland en er zijn subsidies gegeven in België. Ik zag mijn kans dit ook even te promoten. Ik was zogezegd tevreden over mijn bijdrage aan de ideeënbus voor een mooi, groen dorp.

Een nieuw idee voor hen, gaven ze toe. Ging in het vakje ‘overige’. Of ik dan ook nog een idee had over een ‘groen’ dorp.  Oei; het ging ze vooral over het omgevingsgroen. Tja.. onderwerp gedropt denk ik maar.

 

Hydrofiele lappen

Want wasbare luiers zijn onbekend. Al worden ze steeds bekender. Ik krijg nog weleens de reactie van mensen die spontaan 25 a 35 jaar terug gaan in hun herinnering; naar de tijd dat een jongere telg uit het gezin een hydrofiele luier omgevouwen kreeg, speldje er door en een plastic broekje er over.

Maar tegenwoordig zijn hydrofiele lappen niet meer de enige optie. Er zijn zo veel systemen dat de keuze voor een luier een studie op zich lijkt. En welke luier nu precies ‘goed’ is en welke niet, zal liggen aan je eigen wensen en mogelijkheden. En ook aan de pasvorm; al moet ik toegeven dat mijn twee jongsten allebei een hele andere lichaamsbouw hebben allebei perfect in dezelfde overbroekjes passen.

 

Luierkeuzes

Waar je rekening mee kunt houden bij je luierkeuze zijn: je budget, de droogtijd, de droog ruimte, plaats van productie en de dikte van de luier. Maar ook: sluiting met knoopjes of klittenband, lekgootjes, afwerking van de randjes, flapjes aan de binnenkant. En als we dan toch met termen smijten: wil je dan een all in one, pocket, tweedelig of hybride?

 

Oh my.. wat te kiezen? En hoe dan?

Huren.

Dat deed ik dus zelf. Mijn ervaring is dat het erg fijn is om al die verschillende luiertjes uit te stallen en door je handen te laten gaan. Want ik had geen idee. Ik was zelfs een beetje nerveus over het gebruik van wasbare luiers. Er zat een document bij met informatie over ieder systeem. Maar het fijnste was dat ik ze ook allemaal kon gebruiken. Zo was er een heel fijn luiertje bij dat er bijzonder lang over deed om te drogen en lekte mijn zoontje consequent door de pocketluier heen die ik eigenlijk op het oog had.

 


 

Consult.

Er zijn door heel Nederland dames die met een hele berg luiers bij je langs komen en zo persoonlijk hun kennis met je delen. Zo kun je de luiers even voelen en al je vragen gelijk droppen. Veel webshops hebben deze optie.

 

Verschillende kopen

Dat kan ook. Je koopt nieuw of tweedehands een heel gevarieerd pakket bij elkaar, of je gaat gewoon voor een compleet pakket van een merk. Dat laatste is veel risico, maar het kan ook goed uitpakken.

 

Maar vooral: lees je in en stel je vragen. Ingaan op toffe printjes, gezellige bolle billetjes en termen doe ik  een andere keer. Een mooie start om je in te lezen maak je op de site www.wasbareluierwereld.nl en een gezellige plek om je vragen te stellen is de facebookpagina wasbare luiers.

Een tijdje geleden schreef ik dat minimalisme gaat over minder gedoe en meer focus. Een leven van minder, om meer uit dat leven te kunnen halen. Om tot de essentie te komen en energie te stoppen in díe dingen die echt belangrijk voor je zijn. Maar: om die belangrijke dingen te doen, moet je er eerst achter zien te komen wat je nu eigenlijk belangrijk vindt. Ontspullen is voor veel minimalisten de eerste stap richting een betekenisvol leven. Vol frisse moed begon ik daarom begin dit jaar met The Minimalist Game, een spel waarbij je elke dag meer weg doet. De eerste dag doe je één ding weg, de tweede dag twee en de dertigste dag doe je dus dertig dingen weg. De eerste helft van de maand ging het me gemakkelijk af. De tweede helft van de maand werd het steeds lastiger. Lees hier mijn bevindingen én tips om zelf aan de slag te gaan.

 

Na m’n soepele start veranderde ik toen het lastiger werd al snel van strategie: van random dingen wegdoen naar opruimen Marie Kondo style. Marie Kondo is een Japanse opruimgoeroe en werkt vanuit het principe ‘sparking joy’. Dat houdt simpel gezegd in dat je je focust op items die je geluk verhogen. Dat betekent dus ook dat je de items die je geluk niet verhogen weg doet. Geluk verhogen kun je hierin vrij breed nemen: het kan een item zijn waar je letterlijk vrolijk van wordt, maar het kan ook een item zijn dat je vaak gebruikt en dat je leven gemakkelijker maakt. Toen keek ik nog eens om me heen. Pijnlijk veel items keken me aan en waren een last: omdat ik ze schoon moet maken, ze ruimte innemen, ik ze moet onderhouden en opbergen, terwijl ze eigenlijk maar weinig waarde toevoegden. Geen ‘spark joy’, dus waarom had ik ze niet eerder opgeruimd?

 

En hier stuitte ik op mijn grote valkuil: op de een of andere manier is het ontzettend lastig voor me om me te ontdoen van spullen waarvan ik stiekem allang weet dat ik ze niet nodig heb. Neem bijvoorbeeld de Hitzone 19 cd die ik tegenkwam: ik was vergeten dat ik de cd had, maar op het moment dat ik ‘m weg wilde gooien kreeg ik ineens jeugdsentiment. Of een gehaktballenmaker in de keukenlade: deze lag er al jaren ongebruikt in, maar de gadget was nog zo goed als nieuw en het is verspilling van een mooi product als je het wegdoet. Rationeel had ik het al geconstateerd: van minder spullen krijg je meer rust en focus in je hoofd én dat was mijn doel. Maar emotioneel was mijn inner-hoarder nog flink de baas.

 

Inmiddels zijn we een aantal maanden verder en ben ik ruim duizend items armer. Wat ik met name heb geleerd door deze items weg te doen is dat ontspullen niet gaat over de spullen of het halen van aantallen, maar over het leren kennen van je eigen behoeften. Waar de ene rust ervaart bij tien spullen minder, is de ander pas tevreden als er nog maar tien spullen in een ruimte staan. Whatever je maatstaf ook is, het gaat er niet om wát die maatstaf is, het gaat erom dat je ‘m ontdekt. Ik heb ontdekt dat mijn maatstaf zich telkens weer aanpast: telkens als ik denk dat ik ‘er bijna ben’, ontdek ik weer iets nieuws over mezelf.

 

Een leuk voorbeeld is m’n kledingkast: de eerste stap was het afscheid nemen van items die ik niet meer pas. Vervolgens bleek dat er ook nog een aantal items waren die versleten waren. Nu zit ik op het punt dat ik me realiseer dat er veel dingen in m’n kast hangen die ik niet weg wil doen omdat ze ‘nog niet afgeschreven’ zijn, terwijl ik ze vrijwel nooit meer draag. Soms lonkt zelfs het idee van een capsule wardrobe. De maatstaf is er dus nog niet, maar elke keer kom ik een beetje dichterbij. Dichterbij mijn waarden en dichterbij de dingen die voor mij blijkbaar belangrijk zijn. Ik geloof dat dit mechanisme me helpt om ook in andere aspecten van m’n leven meer focus te krijgen, door te ontspullen oefen je simpelweg het mechanismen van minderen en loslaten.

 

Do it yourself

Lijkt het vooruitzicht van een opgeruimder huis én het (beter) leren kennen van je eigen behoeften je ook wel wat? Dan raad ik je zeker aan om eens te proberen of ontspullen ook iets is voor jou. Daadwerkelijk beginnen is vaak het lastigst met nieuwe gewoonten, daarom deel ik een aantal tips om van start te gaan:

Begin klein

Ineens duizend items op willen ruimen kan nogal heftig zijn, daarom raad ik je aan om klein te beginnen: doe bijvoorbeeld een maand lang elke dag tien items weg of doe the Minimalist Challenge waar ik eerder over schreef. Dit kost je maar een paar minuten per dag, kleine moeite, groots resultaat!

Bedenk vooraf wat je met de opgeruimde items gaat doen

Uiteraard kun je de items weggooien, maar je kunt er vaak ook nog andere mooie dingen mee doen. Zo kun je bijvoorbeeld spullen doneren aan een goed doel, het langsbrengen bij de kringloop, het weggeven aan vrienden of het doorverkopen via Marktplaats. De spullen een nieuw leven geven motiveert mij vaak om iets tóch weg te doen. Vaak vind ik het zonde om iets weg te gooien, waardoor ik het wil houden, terwijl als ik weet dat iemand anders het wél gaat gebruiken ik het helemaal niet erg vind om afscheid te nemen.

Keep it simple

Houdt een makkelijke methode aan: ruim bijvoorbeeld op per ruimte of volgens Marie Kondo nóg effectiever: per categorie. Dus gooi eerst al je boeken op een hoop en besluit dan welke je wilt houden. Je kunt je items bijvoorbeeld verdelen in drie stapels: houden, twijfel en wegdoen. De items van de laatste stapel kun je dan op een later moment nog een keer reviewen: Word je er echt blij van? Ga je het echt gebruiken?

Omarm het ongemak

Tijdens het opruimen kom je jezelf regelmatig tegen. Zo stelde ik mezelf telkens de vraag: kan ik m’n tijd niet nuttiger besteden dan met het wegdoen van spullen waar ik geen last van heb? Hierdoor leerde ik dat ik de aanname doe dat ik geen last heb van de spullen, terwijl ik telkens na een opruim-sessie constateerde dat ik opgelucht was dat ik weer een stapje gezet had. Omarm dus die momenten en kom erachter wat maakt dat je het lastig vind om op te ruimen en waarom je het dan tóch graag wilt doen.

 

 

En last but not least: enjoy the ride! Er zijn weinig dingen die zo tastbaar zijn als ontspullen: je ziet dagelijks de progressie die je maakt en het geeft vrijwel vanzelf al momenten van zelfreflectie. Het loslaten van spullen is niet altijd even gemakkelijk, wees hierin mild naar jezelf als het even niet lukt zoals je wilt. Het doel is niet om een x aantal items te halen, het doel is om te leren van jezelf. En hé… als jij dan van jezelf wilt leren met Hitzone 19 op de achtergrond, be my guest!

 

Veganisme wordt steeds bekender en veel mensen proberen het uit. Ook de media vinden veganisme een erg interessant onderwerp. Telkens komt toch wel naar boven dat veganisme eigenlijk te ver gaat of te moeilijk is. Dat is ook niet zo gek: onze hele wereld is ingericht op het gebruik van dieren. In enorm veel bewerkte producten zit iets dierlijks. De veehouderij is een miljardenindustrie. Dus ik ben de eerste om toe te geven dat dierlijke producten vermijden in deze wereld best een uitdaging is. Daarom bied ik graag wat tips om het makkelijker te maken.

 

Motivatie

Het begint allemaal bij motivatie. Zonder motivatie kom je nergens. Dan is het net zoiets als: ik wil afvallen, dus ik ga elke dag hardlopen. Je koopt een leuk outfitje, gaat fanatiek rennen, maar na twee weken zie je nog geen resultaten en heb je er genoeg van. Afvallen is ook niet de beste motivatie om iets te doen. Het is in feite iets oppervlakkigs dat geen voldoening geeft als je het eenmaal hebt. Natuurlijk voelt het even fijn, maar word je er echt gelukkig van? Ik denk dat hier hetzelfde geldt als bij geld: de loterij winnen is leuk, maar loterijwinnaars blijken uit onderzoek van de Postcode Loterij niet gelukkiger te zijn dan voordat ze de loterij wonnen.

 

Bedenk je daarom van tevoren heel goed waarom je iets wilt. Misschien wil je gezonder gaan eten, maar waarom wil je dat? Of je wilt duurzame keuzes maken, maar waarom? En misschien wil je gewoon geen meer dieren eten, maar waarom? Als je goed nadenkt over deze vragen en op onderzoek uitgaat, dan wordt dit doel veel meer verankerd in jouw kernwaarden. Zo wordt het ook makkelijker om ernaar te handelen. Wat kijktips op YouTube: Earthling Ed, Joey Carbstrong, NutritionFacts.org. Op Netflix: Cowspiracy, What the Health, Okja. Leestips: Dieren Eten van Jonathan Safran Foer, Stoppen met Vlees van Robert Bridgeman, Vlees is dood, lang leve groente van Robin Schaper.

 

Maar hoe dan?

Als je eenmaal weet waarvoor je dit doet en er echt een goed gevoel bij hebt, dan is natuurlijk de vraag: hoe doe ik dit? Voor mensen die van koken houden kan veganisme ontzettend leuk zijn: je probeert allerlei nieuwe groentes, peulvruchten, granen, noten, zaden en vleesvervangers uit. Het geeft ook veel voldoening als je die ‘umami’ vindt die dierlijke producten jou voorheen gaven. Aan de andere kant kunnen mensen dierlijke producten missen in de keuken. Maar dat hoeft echt niet: als je op onderzoek uitgaat, dan vind je veel leuke trucjes en producten om alles te vervangen. Zo wordt vegan eten een culinair avontuur. Een paar fijne kookblogs: Wateetjedanwel, Minimalist Baker, Blackbirdsandcakes.

 

Voor mensen die niet van koken houden kan het uitdagender zijn. Ik ben er zelf zo een: ik hou niet van recepten opzoeken, ik hou niet van allerlei gekke ingrediënten in huis halen en ik hou niet van koken (maar dus wel van eten!). Voor die mensen een paar persoonlijke tips van mij: eet in het begin gewoon elke dag een vleesvervanger. Ze zijn er om jou het leven makkelijker te maken en als je ze allemaal uit probeert ben je zo weer een week verder. Tip twee: eenpansgerechten. Gooi gewoon allerlei groenten, bonen of een vleesvervanger en rijst of pasta bij elkaar. Lekker zout en peper erover, eventueel een sausje (zoals hummus/vegan mayo/ketchup/ sojayoghurt) erbij en klaar. En tip drie: denk niet te moeilijk. Kies gewoon je koolhydraatbron zoals aardappels, rijst, pasta of brood en doe daarbij groenten die in de aanbieding zijn en een vleesvervanger of bonen. Handig trouwens om te kijken welke producten vegan zijn: gewoonvegan.nl.

 

Andere tips

Wees niet bang om grote porties te eten. Omdat plantaardig eten in de regel minder calorieën bevat, moet je echt wat meer eten. Heerlijk toch? Als je het gezond wil aanpakken eet je het beste elke dag:

 

  • volkoren granen (brood, havermout, pasta)
  • fruit (bessen, appels, bananen, etc.)
  • handje noten of pindakaas
  • 1 eetlepel gebroken lijnzaad
  • bonen (kan ook in de vorm van hummus of tofu)
  • groene bladgroenten (sla, spinazie, peterselie, koriander etc.)
  • kool (broccoli, boerenkool, bloemkool, spruitjes, rode kool, zuurkool)
  • andere groenten (tomaat, wortel, biet, ui etc.)
  • water en groene thee
  • B12 supplement van 1000 ug

 

Bouw het rustig op. Je lichaam moet eraan wennen dat je opeens zoveel vezels eet. Je zal dus meer naar de wc gaan, maar dat is goed. Probeer het plantaardige voedsel alleen wel rustig op te bouwen, zodat het niet enorm gaat rommelen in je buik.

 

Zoek vegan buddy’s in jouw omgeving. Het enige nadeel van vegan zijn is dat het sociaal nog een beetje lastig is. Vraag daarom aan je partner of vrienden of vriendinnen of ze soms met jou mee willen doen. Of ga eens naar een vegan potluck om nieuwe mensen te leren kennen die er net zo over denken als jij. Kijk bijvoorbeeld op veganevents.nl.

 

Relax, take it easy Plantaardig eten zou een verrijking moeten zijn van jouw leven. Als je eens iets eet dat van dieren komt, betekent dat niet dat je ‘van de wagen bent gevallen’. Elke keer dat jij kiest voor een plantaardige maaltijd, ben je gewoon een held.

Nederland is het land van de regen. Gemiddeld komt er per jaar zo’n 800 milliliter regen uit de lucht vallen. Helaas is de regelmaat waarin de regen valt in Nederland heel onvoorspelbaar. Afgelopen zomer hadden we bijvoorbeeld een lange periode van droogte. Wil je je moestuin nog enigszins in leven houden, dan zul je water moeten bij sproeien. Nu kun je dit natuurlijk met leidingwater doen, maar eigenlijk is dat hartstikke zonde. In Nederland valt namelijk regenwater genoeg waarmee je fijn je moestuin kunt bewateren. Maar hoe sla je dit nou op?

 

Regenwater opslaan in de tuinkas

Het opvangen van regenwater is een slimme en duurzame oplossing. Het is beter voor het milieu én scheelt het in je portemonnee. Regenwater opvangen is zo gemakkelijk, dat eigenlijk iedereen het zou moeten doen!

In mijn eigen moestuin heb ik ervoor gekozen om het regenwater van mijn tuinkas op te vangen. De tuinkas is 2 bij 3 meter groot en aan de achterkant heb ik een wijnvat, omgebouwd naar een regenton, staan. Via een regenpijp stroomt het regenwater zo mijn regenton in. Maar liefst 150 liter gaat er in dit prachtige wijnvat! Een echt pronkstuk in mijn tuin. Samen met een aantal hekjes vormt het wijnvat de omheining van mijn kippenren, een handige extra functionaliteit dus! In periodes van droogte of om extra te bewateren, haal ik simpelweg met een grote gieter water uit de regenton. Mijn planten binnen geef ik ook regenwater. Naast dat dit beter is voor het milieu, is het ook beter voor de plant, omdat regenwater minder kalk en meer mineralen bevat. In periodes van echte, langdurige droogte merk ik toch wel dat het regenwater in mijn regenton snel op is, dan ben ik helaas toch aangewezen op het leidingwater uit de kraan.

 

Regenwater opslaan via de regenpijp

Een andere optie op regenwater op te slaan, is een regenton aansluiten op de regenpijp van het huis. Met deze simpele oplossing vang je ook veel water op! Helaas was deze oplossing bij mijn huis niet mogelijk.

Er zijn natuurlijk ook grotere oplossingen, zoals het plaatsen van een ondergrondse tank of het compleet afkoppelen van het riool. Op deze manier laat je al het regenwater terugstromen in je tuin en op bepaalde plekken weer de grond in stromen. Je tuin moet hier echter wel geschikt voor zijn!

 

Vang jij al regenwater op in je tuin? Of ben je in de toekomst van plan om ook regenwater op te vangen? Laat het ons weten!

Hoewel de tweedehands kledingwinkels als paddenstoelen uit de grond schieten, is het fenomeen kledingbibliotheek nog zo goed als onbekend. Jammer, want voor wie elk weekend in een andere outfit uitgaat of graag eens van stijl wisselt, is dit het ultieme concept. Ik ging eens langs bij Lena, de eerste kledingbibliotheek van Nederland in Amsterdam.

 

Out-of-the-box

Als het op kleding aankomt, ben ik zeg maar geen fahsionista. Niet dat ik zomaar om het eender wat aantrek, maar mijn stijl is nogal in beton gegoten. Sinds ik op mijn achttiende de kleur zwart ontdekte, ga ik door het leven als een soort van vrouwelijke Maarten van Rossem. Soms denk ik echter: moet ik niet een keer radicaal out-of-the-box? Zoals toen met dat witte jasje waardoor zelfs een goede vriendin straal langs mij heen keek toen ik haar op een desolaat plein tegemoet liep. Ik zou mijn tunnelvisie eens kunnen laten oprekken door een kledingverkoopster wat dingen uit de rekken te laten plukken, maar dan voel ik me na tien aangedragen bloesjes waarschijnlijk weer schuldig, omdat ik het dan toch allemaal weer niks vind. En eigenlijk wil ik zo min mogelijk nieuwe kleding kopen. Er is al zoveel in omloop. Laatst hoorde ik over een kledingbibliotheek, wat het ei van Columbus lijkt voor mensen als ik: kleding uitproberen en terugbrengen als het je niet bevalt. Ideaal!

 

Hoe begin je een kledingbibliotheek?

Ik ga eens langs bij Lena: de eerste kledingbibliotheek van Nederland gelegen aan de Westerstraat in Amsterdam. De zaak werd vier jaar geleden opgericht door vier dames vanuit winkel Doortje Vintage. Mede-eigenaresse Suzanne: ‘We kozen bewust voor Amsterdam omdat men hier wat meer open-minded is. Ook wat vintage kleding betreft.’ Ondertussen bestaan er ook kledingbibliotheken in Den Haag en Arnhem, maar de dames van Lena waren de pioniers en hebben dus het wiel moeten uitvinden. Het is dan ook niet zomaar een muffig kringloopwinkeltje waar je een leuk tweedehands outfitje kan lenen. Lena is een strakke, zo op het oog normale kledingwinkel, maar mét een professioneel en goed uitgedacht leensysteem met als voornaamste doelstelling: tegenwicht bieden aan de vervuilende en verspillende fast fashion-industrie.

Foute fast fashion

Dat laatste is nog niet eenvoudig. Want wordt er op dit moment al massaal veel kleding door consumenten gekocht en weggegooid (het laatste ook door grote merken als het seizoen voorbij is), volgens Suzanne werd laatst bij een mode-conferentie duidelijk dat er de komende jaren nóg zestig procent meer vraag naar textiel komt. ‘En dat ís er dan niet meer. Op een gegeven moment is het katoen gewoon op!’ Ondanks dit soort moedeloos makende berichten, hebben ze bij Lena de hoop dat mensen gaan inzien dat het anders moet. Dat ze gaan nadenken over alternatieven voor het kopen van kleding. Of in elk geval gaan voor duurzamere opties, zoals het soort kleding die bij hun in de winkel hangt: van een goede kwaliteit, milieu- en mensvriendelijk geproduceerd of good old vintage.

 

De Lena Chic, Mix and Match en de Urban Scandinavian

Omdat Lena veel vintage verkoopt, hangt er van veel kledingstukken slechts een maat.Van de collecties van de duurzame merken (o.a. Fillipa K, Kuyichi) en jonge ontwerpers (iNDiViDUALS, Alexandra Frida) zijn er soms ook meerdere maten verkrijgbaar. Als ik zo rond kijk, zou ik vanuit alles wat hier hangt flink uit mijn comfort zone kunnen gaan. Op mijn vraag of de inkoop gedaan wordt met een bepaald type vrouw in gedachten knikt verkoopter/styliste Juultje. ‘Drie types zelfs. De Lena Chic, die gaat voor elegant en tijdloos. Dan de Mix and Match, deze vrouw durft wat meer te experimenteren met bijvoorbeeld verschillende prints op elkaar en de Urban Scandinavian, die houdt van comfort en een minimalistische uitstraling.’ Qua leeftijd hangen de abonnees volgens Juultje zo tussen de zeventien en vijfenvijftig jaar. ‘Boven een bepaalde leeftijd hebben dames minder behoefte om eens iets nieuws uit te proberen. Maar we hebben er ook wel een paar van boven de zestig in ons bestand die af en toe graag iets totaal anders willen’

 

Ook online verkoop, maar geen pakketjesafval

Wil je een kledingabonnenment bij Lena, dan kan je kiezen uit vier opties. Hoe duurder het abonnement, hoe meer kleding je in huis mag hebben liggen. Kies je er een van vijfentwintig euro per maand dan zijn dat gemiddeld twee kledingstukken. Pas als je deze weer hebt ingeleverd, kan je weer iets anders lenen. Dit kan je zo vaak doen als je zelf wilt. Woon je in Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Arnhem of Rotterdam dan kan je ook kostenloos online bestellen. De kleding wordt dan gestuurd naar een zogenaamd Swappoint, gehuisvest in een winkel. Alle bestellingen worden dan in één bups naar zo’n punt gestuurd. Zo onstaat er geen afval van allemaal losse pakketjes. Woon je buiten deze steden of wil je het gewoon naar je huis laten sturen dan zijn de verzendkosten voor jou. Eenmalig iets lenen kan ook. Dit kost acht euro, plus eenmalig tien euro inschrijfkosten.

 

   

Thee drinken en eerlijk advies

Waarom is het los gezien van het duurzame, financiële en afwisselende aspect een goed idee om een abonnement te nemen bij Lena? Suzanne: ‘omdat mensen door zo’n abonnement vaak langskomen, krijg je vaak een goede band met ze. Ze drinken een kopje thee, kletsen een beetje en ondertussen kijken ze rustig rond. De sfeer is dus wat gemoedelijker dan bij een reguliere winkel. Ook is hier elke laatste vrijdag van de maand een styliste aanwezig. Je kan als abonnee dan van te voren een half uurtje van haar tijd boeken. Niet heel lang, maar het is gratis en ze kan je toch op wat nieuwe ideeën brengen. Wat nog een voordeel is in vergelijking met normale winkels is, is dat wij geen dingen hoeven aan te smeren, omdat mensen een abonnement hebben en dus al hebben betaald. Hierdoor kunnen we het eerlijk zeggen als iets niet mooi staat. Iets wat mensen toch wel fijn vinden.’

 

Iets voor mij?

Of ik nu zelf een Lena-ganger word? Ondanks dat ik het een fantastisch concept vind, de dames in de winkel erg aardig zijn en een abonnement ook zeker niet duur is, passen de collecties helaas niet echt bij mij als persoon. Ok, ok: ik wilde eens wat anders, maar in mijn geval was het iets te veel out-of-the-box. Oftewel: er huist geen Lena Chic, Mix and Match of Urban Vintage in mij. Sommige items vond ik zeker mooi, maar mijn abonnement zou ik er maandelijks niet uit halen .Wél houd ik Lena in gedachten voor als ik één keer iets heel anders wil voor een feest of een andere speciale gelegenheid. Iets heel anders, maar wel zwart waarschijnlijk. Tsja..

 

De afgelopen maand stond in het teken van research en bewustwording. Na mijn goede voornemen te hebben uitgesproken om mijn leven te ‘vergroenen’, moest ik eerst in kaart brengen wat nou daadwerkelijk het meeste impact heeft op het milieu. Van veel dingen wist ik al dat ze niet goed zijn voor het milieu; alleen al het bezitten van een auto is een zonde.. Maar wat heeft nou daadwerkelijk het meeste impact?

 

Volgens een publicatie van CE Delft (Lonneke de Graaff & Geert Bergsma. 2016. Top 10 milieubelasting van de gemiddelde consument ) is de impact van de gemiddelde consument in te delen in o.a. (op volgorde van impact) Spullen, Vlees, Wonen, Auto, Eten en Drinken, Vliegen, Kleding & Textiel, Zuivel & Eieren en Water. ‘Spullen’ is een vaag begrip, maar daarbij hebben we het over de chemische industrie, hout, kunststof, papier etc..

Ok, even terug naar mijn eigen leven. Als ik bovenstaande punten toepas op mijn dagelijks leven ontstaat er een flinke ‘to change’ lijst.

Milieuzonde 1 – Spullen

We hebben tegenwoordig meer spullen dan dat we op een dag kunnen gebruiken. Ik heb zelf bijvoorbeeld ontelbare onbruikbare spullen die compleet nutteloos, maar decoratief in de huiskamer pronken. Lichtjes, vaasjes, beeldjes, tafeltjes, boeken. Maargoed. Nu ik die troep toch al gekocht heb heeft het geen nut me hier nog druk om te maken. Maar voor de toekomst moet ik vóór aankoop de vraag aan mezelf stellen: Heb ik dit écht nodig? Ik kan jullie nu al vertellen dat het antwoord op die vraag bij alle eerdere aankopen ‘nee’ was geweest.

 

Dan zijn er nog de dagelijkse gebruiksartikelen waarbij in de productie (soms onnodig) gebruik is gemaakt van plastic en, minstens zo belangrijk, de wegwerpartikelen.

Milieuzonde 2 – Vlees

Ik draai er niet om heen; ik hou van een goed stuk vlees. Het liefst wild met een rode wijnsaus of rund in een stoofpotje. Ik ben twee jaar geleden begonnen minder vlees te eten. Niet perse omdat ik toen al wist dat het zo enorm slecht is voor het milieu, maar omdat ik het onzin vond om elke dag vlees te eten. Momenteel eet ik alsnog gemiddeld 4 van de 7 dagen vlees.

Milieuzonde 3 – Wonen

In mijn geval gas – en elektriciteitsverbruik. Ik doe minstens 3 wassen per week, 3 keer de droger, kijk zeker 3 avonden per week tv, kook dagelijks en de verwarming staat in de winter aan (maar nooit vóór de maand november). De lampen hebben we al vervangen met LED, dat scheelt al iets.

Milieuzonde 4 – Auto

Wat hou ik van mijn auto. Na jaren als student overal met de fiets of trein heen te zijn gereisd was dit mijn grootste ticket naar ‘vrijheid’. Ik kan zelf bepalen wanneer ik naar huis ga, kan mijn halve inboedel meenemen op reis en bereik ook nog eens twee keer zo snel mijn bestemming. Het resultaat hiervan is dat ik de auto relatief veel gebruik. Ik rijd in ieder geval 5 dagen per week gemiddeld 50 km per dag. Daarnaast rijd ik minstens één dag in het weekend nog eens ergens heen (tussen de 20 km en 100 km).

Milieuzonde 5 – Eten en Drinken

Ik gooi bijna nooit voedsel weg, maar maak ook niet optimaal gebruik van de producten die ik in huis heb. Ik zou meer kunnen doen om vers voedsel beter te bewaren door ze te bewerken of in te vriezen (bijvoorbeeld de peren van mijn moeders perenboom).

Milieuzonde 6 – Vliegen

Naast het feit dat ik voor mijn werk enkele keren per jaar vlieg, ben ik geen grote vakantieganger. Ik vlieg denk ik privé gemiddeld 1 keer per jaar.

Milieuzonde 7 – Kleding & Textiel

Ik kocht tot op vorig jaar maandelijks in een opwelling een leuk truitje dat achteraf nergens bij bleek te passen. Deze aankopen eindigden altijd achterin de kast en uiteindelijk in de kledinginzameling voor Roemenië. Ondertussen denk ik beter na over wat ik echt nodig heb. Ik heb de laatste 3 maanden geen kledingstuk meer gekocht. Maar hier valt nog veel winst te behalen.

Milieuzonde 8 – Zuivel & Eieren

Ik kan niet goed tegen koemelkproducten, daarom koop ik voor mezelf eigenlijk nooit yoghurt, kwart etc. Geitenkaas vind ik heerlijk en eet ik dan ook minstens 3 dagen per week. Eieren zeker één keer per week.

Milieuzonde 9 – Water

Ik sta elke dag té lang onder de douche. Vooral in de winter. Ik schat zeker 10 minuten. Daarnaast verbruik ik natuurlijk water door de wasmachine en de vaatwasser te laten draaien en het doorspoelen van de wc. Ik heb gelukkig geen tuin die ik moet besproeien.

 

Dit is het dan. Zo op papier lijkt het toch dramatischer dan dat ik dacht dat het was.. Tijd om daar verandering in te brengen!

 

De volgende keer ga ik in op het thema ‘Spullen’: Hoe verander ik mijn koopgedrag en wat zijn duurzamere alternatieven? 

 

 

Afgelopen zomer las ik het (nu niet meer zo) nieuwe boek van voormalig televisiepresentator Dennis Storm: Weg Ermee, het eerste boek dat ik ooit heb gelezen over minimalisme.  Het bleek meteen een heel fijn boek te zijn voor beginners op het gebied van minimalisme, dus schrijf ik er graag toch nog een korte recensie over, beter laat dan nooit! Hij beschrijft in zijn boek waarom hij ervoor heeft gekozen om minimalistisch te gaan leven en geeft een aantal praktische tips over hoe je hiermee kunt beginnen.

 

Mindset

Wat ik onder andere interessant vond aan dit boek is dat hij beschrijft hoe minimalistisch leven niet alleen gaat om ontspullen, maar dat je uiteindelijk echt een heel andere mindset over je levensstijl moet hebben. Wat zijn de echt belangrijke dingen in het leven? Als je bijvoorbeeld minder spullen koopt en hier minder waarde aan hecht, heb je ook minder geld nodig. Dit betekent misschien dat je ook minder hoeft te werken. Waardoor je weer meer aandacht kan besteden aan andere dingen, zoals je gezin, vrienden en familie. Hierdoor ga je meer kijken naar het grotere plaatje, hoe wil ik mijn leven indelen?

 

Praktische tips

Daarnaast geeft hij in het boek een aantal praktische tips voor beginners. Zo vertelt hij waarom hij het juist, in tegenstelling tot velen, niet ‘gezellig’ wilt hebben in zijn huis en wanneer hij ervoor kiest om wél wat aan te schaffen. Tips die ingaan op wat je dan eigenlijk doet met alle spullen die je overhoudt als je gaat ontspullen vond ik persoonlijk, als echte beginner, ook erg handig.

 

Instapboek

Ik raad dit boek zeker aan als je net zoals ik nadenkt over hoe het zou zijn om met minder spullen te leven en om minder spullen te kopen. Als je af en toe gek wordt van de troep om je heen en inmiddels weet wat een belasting het is op het milieu. Wat dat betreft is het een perfect instapboek voor beginners, die graag een inleiding willen in de mindset achter minimalisme en de persoonlijke reis van Dennis Storm ernaar toe.

 

 

Een aantal jaren terug kocht ik voor het eerst een bloesje in de kringloop, en sindsdien ben ik niet meer gestopt. Het was een geblokt bloesje, van goede kwaliteit, sloot precies aan bij mijn smaak en zat als gegoten. Naast dat het een ontzettend leuk kledingstuk was, was het ook nog maar eens twee euro.

 

Inmiddels bestaat het grootste gedeelte van mijn kledingkast uit kleding die ik tweedehands heb gekocht, of heb gekregen van vrienden. Daarnaast heb ik momenteel nog kledingstukken die ik ooit heb aangeschaft bij grote ketens maar dit zijn vaak stukken die niet van de beste kwaliteit zijn, en ook niet altijd even lekker zitten.

 

Naast dat het goedkoop is om bij een kringloop te winkelen voor leuke kleding, vind je er vaak kwaliteitsstukken en het is nog duurzaam ook. Zo hoeft er geen nieuwe kleding geproduceerd te worden en krijgt iets wat al bestaat een tweede leven. Het hoeft hierdoor niet op de vuilnisbelt te belanden, en zelf vind ik het ook altijd wel leuk om met een uniek kledingstuk thuis te komen.

 

Blog1

Maar hoe vind je nou leuke kleding in een kringloop?

Vaak hoor ik van vrienden dat ze het knap vinden dat ik zo makkelijk kleding kan vinden in de kringloop, en nu moet ik ook wel zeggen dat mijn kledingsmaak het soms makkelijker maakt om dingen te vinden. Zo houd ik van wat ouderwets aandoende bloesjes, lange zomerjurken en comfortabele truien die ik altijd makkelijk weet te vinden, maar toen ik net begon met het zoeken naar kleding in kringlopen was dit voor mij ook even wennen en kwam ik soms ook met dingen thuis die ik niet altijd droeg. Doordat het zo goedkoop is om tweedehands te kopen dacht ik vaak in de trant van “voor twee euro kan ik het best uitproberen.”

 

Het resultaat hiervan was dat mijn kledingkast op een gegeven moment uitpuilde van de spullen, terwijl ik maar een fractie droeg van wat ik bezat. Ik bezit nog steeds best veel kleding, maar let tegenwoordig wel beter op wat ik aanschaf. Ik heb voor mezelf een lijst opgesteld waarvan ik vind dat de kleding aan moet voldoen voor ik het mee mag nemen. Dit zorgt ervoor dat ik alleen nog met dingen thuis kom die ik ook echt aan zal doen en waar ik veel aan zal hebben. Ik wil deze lijst dan ook graag delen met mensen, het zijn punten die ik in mijn achterhoofd houd, een soort eisen waar kleding voor mij aan moet voldoen en ik raad het ook aan om voor jezelf ook zo een soort lijst in je achterhoofd te houden als je tweedehands kleding wilt gaan kopen.

 

Dit zijn mijn punten:

  1. Past het goed? Als ik mijn armen omhoog doe is het shirt dan bijvoorbeeld niet te kort, knelt het nergens, voelt de stof fijn, en past het bij mijn lichaamsbouw? Dit zijn dingen waar ik op let om te voorkomen dat het niet achter in mijn kledingkast verdwijnt omdat het net niet lekker zit.
  2. Is het mijn smaak? Soms vind je een prachtig kledingstuk, maar past het niet helemaal binnen je smaak. Zo kan een nauwsluitende jurk heel mooi staan, maar ik voel me er vaak niet comfortabel in waardoor het niet gedragen zou worden. Liever heb ik een loszittende soepjurk. Een kledingstuk moet voor mij aanvoelen alsof het voor mij bedoeld is.
  3. Heb ik gelegenheden waar ik dit naar aan kan? Ik heb niet iedere maand een formeel feest waar ik een leuk cocktail jurkje naar aan zou kunnen doen dus is het niet logisch om er vijf in mijn kast te hebben hangen. Ik heb een aantal nette kledingstukken maar let erop dat ik er niet meer aanschaf dan ik nodig heb.
  4. Is het geschikt voor mij? Hiermee bedoel ik dat ik oplet dat het aansluit bij mijn leeftijd, maar ook bij het leven wat ik leid. Door mijn studie en werk heb ik veel meer aan comfortabele kleding dan aan een nette kokerrok. Ook probeer ik kleding te vinden die er netjes uitziet, want ik probeer me voor te bereiden op een professioneel leven na mijn studie en ga bijvoorbeeld maar weinig uit.

 

Deze punten zijn voor mij persoonlijk altijd heel belangrijk, maar iedereen zal waarschijnlijk andere eisen hebben waar kleding aan moet voldoen. Door deze voor jezelf in je achterhoofd te houden zorg je er voor dat je alleen thuiskomt met kleding waar je ook echt blij mee bent, en veel uit zult kunnen halen.