Kippen houden is een geweldig duurzame manier van kringloop. Ze eten je restjes op en de volgende dag ligt er als dank een vers eitje op je te wachten. Droom jij ook van een paar scharrelkippen in de tuin? In deze blog vertel ik je meer over het houden van kippen in de tuin en laat ik je de voor- en nadelen zien.

 

 

Kippen kiezen

Voordat je kippen aanschaft is het handig je te verdiepen in de verschillende rassen. Ieder ras heeft zijn eigen uiterlijke kenmerken, eisen en karakter. Kijk naar wat past bij jouw omstandigheden en mogelijkheden. Zo zijn er kippen die goed tegen lage temperaturen kunnen, veel of minder eieren leggen of snel broeds zijn. Heb je weinig ruimte, kies dan voor krielkippen in plaats van legkippen. Ze leven graag in een groep dus neem minimaal 2 kippen tegelijk, anders vereenzamen ze.

 

Wel of geen haan?

Een haan kan de nodige overlast geven voor directe buren. Ben je van plan om een haan aan te schaffen overleg dan eerst met de buren. Je zal niet de eerste zijn die een burenruzie krijgt door een haan. Je kan ook kippen houden zonder haan. Als je geen kuikens wil is dit een prima oplossing. Meestal neemt één van de oudere kippen de rol van de haan over door bovenaan de pikorde te staan.

 

 

Verzorging

Het is niet moeilijk om kippen te verzorgen maar het is wel handig je van te voren in te lezen. Denk hierbij aan het schoonmaken van het hok en het rapen van de eieren. Kippen kunnen snel last krijgen van bloedluis, Milieucentraal geeft goede tips om dit te voorkomen. Tijdens een vorstperiode hebben ze extra zorg nodig omdat het drinkwater bevriest. In de zomervakantie moet je denken aan een oppas tijdens je afwezigheid. Aan de andere kant krijg je er veel liefde en plezier voor terug en natuurlijk eitjes.

 

 

Voedsel

Kippen zijn net kleine klikootjes. Per persoon gooien we per jaar ongeveer 47 kg aan voedsel weg waar een kip een jaar van kan eten. Win win! Onze kippen krijgen gemengd graan en dit wordt aangevuld met groente uit de moestuin. Ze eten graag sla en ander groenvoer maar ook gras en de restjes van onze warme maaltijd. In de tuin eten ze slakken en insecten.

 

Huisvesting

Kippen hebben een droog en tochtvrij nachthok nodig waar ze op stok kunnen. Ook is een overdekte ren ideaal. Als deze niet overdekt is krijgen de kippen sneller problemen aan de poten door vocht. Een hok kan je makkelijk zelf maken van recycle hout. Als de kippen vrij door de tuin mogen lopen is dat natuurlijk helemaal geweldig en zo hebben ze gelijk ruimte genoeg.

 

 

Voordelen van kippen houden

Het grootste voordeel is het plezier dat je van ze hebt. Ik kan enorm genieten van een paar omhoog staande kippenkontjes onder de pruimenbomen. Ze houden de grond onkruid- en slakkenvrij. Dagelijks liggen er vers eitjes te wachten. De mest verrijkt onze zelfgemaakte compost.

 

Nadelen van kippen houden

Wat mij betreft zijn er weinig nadelen. Maar kippen kunnen ook ziek worden. Ben je dan bereid om naar een dierenarts te gaan? Dit is wel iets om van te voren over na te denken. Ze kunnen ook flink graven. Kippen met veertjes aan de poten of met kortere pootjes doen dit minder waardoor ze ook ideaal zijn voor de moestuin.

 

Denk je na het lezen van deze blog dat er veel komt kijken bij het houden van kippen? Eigenlijk valt dat best mee. De dagelijkse verzorging is per dag een kwartiertje werk. De rest van de tijd geniet ik volop van mijn kipjes in de tuin.

Enige tijd geleden zagen we een Youtube-filmpje over het eiland Koh Phangan, door Happy Cow uitgeroepen tot ‘vegan eiland’. Daar móesten we heen, dat begrijp je natuurlijk meteen, dus dat is waar wij onze Thaise reis beginnen. De recensies beloven heel wat goeds, en wij willen uitzoeken of Koh Phangan deze titel eer aandoet.

 

Makkelijk scoren met basic Thai food

Op dag één wordt het ons duidelijk dat de meeste lokale restaurantjes superveel lekkere groentegerechten hebben en dat ze de meeste gerechten kunnen veganizen: kip eruit, tofu erin! Ze houden hierbij zelfs rekening met de prijs, want zoals velen van jullie weten: tofu is goedkoper dan vlees. Een heerlijke, verse groenteschotel met peper, knoflook en tofu heb je al voor 60 baht, omgerekend €1,65!

 

Maar let goed op, want er worden veel gerechten bereid met ei, oestersaus en vooral vissaus. Het begrip vegan kennen ze meestal niet, dus houd wederom bij het bestellen Google Translate paraat. De Thaise chef kookt graag met chili, dus geef direct aan wanneer je daar niet van houdt. Op de kaart staan vaak de verschillende ‘levels of hotness’. De superlatief hierin heet ‘Thai spicy’ ; deze is echt voor de vuurvreters onder ons!

 

Pad thai, in knoflook gebakken waterspinazie, vegetable curry, Pad see ew, (platte, dikke noodles – wauw superlekker!) glass noodle salad en spicy vegetable salad… Zóveel opties en alles gezond en krakend vers! ‘Krakend’, want ‘kakel’ is niet vegan :p

 

Onze favoriete plekjes op KPG

Een plek om zeker niet over te slaan is Ying Ying’s Kitchen in Haad Salad, voor ons de topper omdat de chef daar zónder vissaus en oestersaus je gerecht lekker op smaak weet te brengen. Alles op haar kaart kan geveganized worden, en je hoeft haar niets uit te leggen, want ze is bekend met het concept. YES!

 

Restaurant Ann in Changwat Surat Thani is de plek voor de allerlekkerste Spicy Salad ooit. Do you believe? Hier moet je wel even via Google Translate duidelijk maken wat je wel en niet eet, maar als je dat eenmaal hebt gedaan onthouden ze het voor je volgende bezoek.

 

 

Buiten de lokale restaurantjes om barst Koh Phangan van de 100% vegan en vegan-friendly eettentjes. Westers eten en local food zijn beiden goed vertegenwoordigd. Vegan Pad thai, burgers, pizza, een buffet, wraps en buddha bowls – Koh Phangan heeft het allemaal. Je kunt er zelfs terecht bij een fruitarisch restaurant. Wow! Ons oordeel: Koh Phangan is inderdaad een stukje vegan hemel op aarde.

 

Chiang Mai, pareltje van het noorden

Na Koh Phangan begeven wij ook naar het het hoge noorden, naar de op één na grootste stad van Thailand: Chang Mai. Gek genoeg lijkt deze stad juist nog meer vegan opties te hebben dan grote zus Bangkok. De plekken die wij het meest bezoeken? The Salad Concept, Ming Kwan, Kanomwan en AMA Vegan Kitchen.

 

The Salad Concept (meerder locaties)

“Maar wat eet jij dan als vegan, salade toch?!” Nou, in Ciang Mai in ieder geval wel! Met lichte tegenzin belanden we bij The Salad Concept, omdat voor de rest alles dicht was. Nou, we kunnen jullie vertellen: Go there! Wat een prachtig concept is dit, voor vegans, omnivoren en alles daartussen.

 

 

Je kan je salade samenstellen zoals je dat zelf wilt. Geen baanbrekend concept, maar het feestje zit hem hier in de portiegrootte, de versheid van de ingrediënten, en het scala aan toppings. Genoeg vegan opties, en een paradijs voor het aanvullen van al je voedingsstoffen. De salades zijn ter grootte van een XL pizza, gegarandeerd groter dan elke salade die wij ooit gegeten hebben.

 

Kleurrijke groenten, paddenstoelen, bietjes, tofu, pompoen, granen, pitjes, nootjes, en meer, overgoten met vegan french dressing… om het bord bij af te likken. En dat doet Joey ook, wanneer het personeel niet kijkt.

 

Ming Kwan (Chiang Mai centrum)

Ming Kwan is een vegan restaurant in het centrum van Chiang Mai die wij vaker bezoeken vanwege de lieve medewerkers, het zachte prijsje en de grote veelzijdigheid aan gerechten. Voldaan, maar met een te vol buikje, rollen we hier een paar keer per week naar buiten.

 

 

Kanomwan (Chiang Mai centrum)

Kanomwan is eigenlijk ons desserttentje. Je vindt hier een buffet aan fruitstukjes (vers en gedroogd) en een ongekend aantal jellies om je dessertkommetje mee te vullen. De jellies zijn plantaardig, op basis van agar agar.

 

 

Dit is Sher’s favoriete guilty pleasure. En niet alleen van Sher, maar ook van vele andere mensen uit Chiang Mai. Er staat geregeld een dikke rij tot buiten. Mocht jij hier eindigen voor een toetje, wees erg duidelijk dat je alléén kokosmelk en geen gecondenseerde melk in je dessert wilt.

 

AMA Vegan Kitchen (ten noordwesten van de ring)

De eigenaresse van AMA is reden genoeg om het centrum te verlaten. Thom is niet alleen eigenaresse, maar ook de chef, de bediening, de groente- en fruit leverancier, én een meditatiebegeleider op elke derde zondag van de maand! In principe is AMA een ‘one-woman show’ waar wij graag een kaartje voor kopen.

 

Ze is al 8 jaar veganist, maar daarvoor al van kinds af aan vegetariër. Zij verbouwt zelf haar groente of ze haalt het bij de buren waarna ze vervolgens met alle liefde heerlijke gerechten op tafel zet. Maar, zoals gezegd, ze doet alles alleen. Dat betekent dat je langer moet wachten dan je gewend bent. De porties zijn misschien wat te klein voor de gemiddelde Nederlander, maar mocht je een van de liefste mensen van de wereld willen ontmoeten, dan mag je AMA niet overslaan.

 

#Tipvanjoey

Nog een laatste tip – die helemaal niets te maken heeft met plantaardig eten of eten an sich – maar de aller-, aller-, allerbeste Thaise massage die Joey ooit heeft gehad (en dat zijn er veel) is te vinden bij: Ban Hous Massage in Chang Mai. Go there or feel square!

 

Lieve lieve mensen, dit was weer een nieuwe aflevering van ‘Vreten en op reis’ met Tante Sher en Ome Joe. Graag tot de volgende keer bij ons extra Indonesië verslag. Wij genieten nog van de laatste weken op Bali, en dan komen we snel terug naar Nederland om een stapel Vegan Magnums en vegan Hema appeltaart weg te kanen. Tot gauw!

 

LEES MEER OVER DE REIS VAN JOEY&SHERILYN:

VEGAN EN OP REIS – EVEN KENNISMAKEN

VEGAN EN OP REIS – 2 INDO’S IN INDO

VEGAN EN OP REIS – DE WERELDKEUKEN VAN KUALA LUMPUR

VEGAN EN OP REIS – KARDEMOM, KNOFLOOK EN CURRY

VEGAN EN OP REIS – HET LAND VAN DE RIJZENDE ZON

Extreem, boomknuffelaars, activisten, hippies, werklozen, ongeschoolden,  zwak en geestelijk niet in orde. Zomaar een paar woorden die er gezegd worden om veganisten te omschrijven. En nu ik ze zelf zo terug lees, heb ik ze allemaal (meerdere keren) ook tegen mij en over mij horen zeggen.

 

Hoe ga je daar als veganist mee om?

Het is fijn om er met andere veganisten over te praten. Zij weten hoe het voelt als zulke dingen tegen je gezegd worden. Maar er zijn ook veel veganisten die er in hun dagelijks leven “alleen” voor staan. Ze zijn de enige veganist in hun familie, op school of op hun werk of hun vereniging. Ik zelf ken enkele veganisten in mijn omgeving maar grotendeels sta ik er ook “alleen” voor.

 

 

Online sta ik wel in contact met veel veganisten en we wisselen tips, recepten en ervaringen uit. Maar wat zeg je als je klasgenoot lollig zegt: Eet jij geen vlees, mooi dan is er meer voor mij over. Of als je collega’s niet begrijpen dat je niet naar de jaarlijkse BBQ van het bedrijf wil komen? Het valt soms niet mee en je hebt als veganist dan het gevoel dat je tegen de hele wereld “op moet boksen”. En ook nog eens overal een verklaring voor moet geven. En zodra je met een uitleg komt, wordt deze voor vaak zonder goed te luisteren, meteen verworpen.

 

 

Hoe ik met zulke opmerkingen om ga? Een gouden tip kan ik je niet geven want elke situatie is anders. Soms zijn de opmerkingen zo kwetsend, ondoordacht en zelfs dom dat ik niet reageer. En als ik aanvoel dat iemand echt oprecht wil weten waarom ik als veganist door het leven ga, dan stel ik de vraag; Wat weet je over een veganistische levensstijl en wat zou je graag willen weten? Ik merk zelf dat met feiten aankomen niet altijd werkt. Getallen werken niet bijvoorbeeld. (Hoeveel dieren er per minuut gedood worden) Maar plantaardige maaltijden en snacks laten proeven wel. (Oh je proeft helemaal niet dat er geen melk en ei in zit.) Beelden werken ook. Denk aan de Cube’s die dierenrechtenorganisaties organiseren. Of stuur een link door van documentaires zoals: Dominion, Cowspiracy, What the Health of Forks over Knives.

 

Maar vergeet bovenal niet…je HOEFT niemand te overtuigen of iedereen een uitleg te geven over je levensstijl. Blijf bij jezelf. Twijfel niet aan je keuze om een cruelty free en plantaardig leven te leiden. Jij weet zelf waarom je het doet en wat het je brengt. En misschien niet dé gouden tip; maar het is heel makkelijk, fijn en positief: Wees een voorbeeld. Een mooi gelukkig en gezond leven leiden, kan voor jou zonder een ander levend wezen te hoeven misbruiken of te doden.

 

Never, never ever, be afraid to do what’s right.

 

Silvia.

Hey allemaal, door onvoorziene omstandigheden heb ik vorige maand geen tijd gehad om een blog te schrijven, deze maand staat er wel weer eentje gepland en deze zal gaan over … wasbare luiers in de opvang (en bij oma & opa 🙂).

 

wasbare luiers in de opvang

 

Mag wasbaar in de opvang?

Dat hangt erg van je opvang of onthaalouder af. De ene staat het totaal niet toe, de ander wel zolang je luiers aan specifieke voorwaarden voldoen en sommigen gebruiken zelfs enkel wasbaar!

 

Wij kozen voor onze kinderopvang, omdat deze verbonden was aan de universiteit waar ik destijds studeerde en ik als student hier voorrang had om ons kindje heen te sturen. Onze keuze voor opvang i.p.v. onthaalouder was dus puur gebaseerd op gemak, waar wij wonen is het namelijk zeer moeilijk opvangplaats te vinden.

 

We hadden het geluk dat onze opvang zonder problemen herbruikbare luiers aanvaardde, deden ze dit niet standaard dan zou ik eerst aangedrongen hebben het toch te proberen en anders een andere opvang gezocht hebben. Onze tweede keuze van opvang was namelijk één die enkel met wasbaar werkte, maar wel een zeer lange wachtlijst had.

 

Voorwaarden

In onze huidige kinderopvang moeten de herbruikbare luiers wel aan bepaalde voorwaarden voldoen, het mogen namelijk geen strikluiers of hydrofielen zijn, ze moeten echt sluiten met klittenband of drukknoopjes én er moet een wegwerp inlegvel in (bij stoelgang wordt dit in de vuilbak gesmeten, bij enkel pipi was en hergebruik ik het). Ook moeten we steeds een goed afsluitbare waterdichte zak voorzien voor de vuile luiers, waar geurtjes liefst niet uit ontsnappen. Hiervoor gebruiken we een wetbag.

 

 

Koop ik best een bepaald type herbruikbare luiers voor de opvang?

Gebruik je thuis strikluiers, maar eist de opvang luiers die sluiten met klittenband of drukknoopjes? Ja, dan zal je weer een investering moeten doen. Stelt je opvang echter geen specifieke eisen betreffende je luiers, dan is de keus aan jou.

 

Zoals ik in meerdere vorige blogs al vermeld heb, gebruikten wij de eerste maanden strikluiers en hydrofielen. Zodra ons kindje wat spekkiger werd, stapten we hoofdzakelijk over op onze meegroeiluiers (tweedelig systeem). Kort voordat ons kindje naar de opvang zou gaan, werd ik consulente bij Nappy’s.nl en haalde dus een groot aantal luiers uit hun aanbod in huis, waaronder verschillende AIO’s en pocketluiers. Onze tweedelige luiers bleven dus dienen voor thuisgebruik en de pocketluiers en AIO’s gaf ik mee naar de opvang. Tweedelig kende de vaste begeleidster wel, maar het leek me makkelijker voor nieuwe begeleidsters en stagairs om de “meest gebruiksvriendelijke” luiers mee te geven.

 

Andere oppassers

Bij andere oppassers (in ons geval de oma’s en opa’s) hangt het type luier dat gebruikt wordt erg af van wie babysit. Hydrofielen en strikluiers sloegen niet erg aan, omdat deze luiers in het begin toch wat oefening vergen en ons ukkie de eerste maanden eigenlijk zelden bij iemand anders dan ons bleef (tenzij een paar uurtjes bij oma wanneer ik een examen had). Voorgevormde luiers zijn voor mijn moeder geen enkel probleem meer, mijn schoonmoeder verkiest echter ons kindje in wegwerp te steken als ze bij haar blijft logeren. Hoe goed het lukt wasbaar te gebruiken, hangt dus af van de motivatie van de oppasser.   

 

 

Hoe moet dat precies met wasbare luiers in de opvang?

Opnieuw verschilt dit naargelang je opvang of onthaalouder. De opvang die wij als tweede keus hadden, vroeg om 6 tot 8 luiers en een wetbag bij hun te laten en waste deze zelf om zeker te zijn dat ze voldoende aan de hygiënevoorwaarden die zij stelden. De opvang waar ons kindje heen gaat, vraagt om steeds voldoende luiers te voorzien (zeker 3 voor een halve dag en 6 voor een volle dag), maar wast deze niet zelf. Wij moeten de vuile luiers dus steeds zelf mee naar huis nemen om te wassen en zorgen dat er voldoende propere luiers in de opvang aanwezig blijven. Ik vind dit persoonlijk fijner, omdat ik graag heb dat de luiers gewassen worden volgens mijn wasroutine. Ons kindje haar oma’s wassen soms de luiers zelf, hoewel ze het goed bedoelen heb ik dat niet graag aangezien ik niet zomaar elk wasmiddel en zomaar elk wasprogramma gebruik voor de luiers.

 

Wetbag

Wij voorzien telkens zo’n 10 luiers en een medium wetbag. Die steken we bij in haar bakje met reservekleertjes e.d. De wetbag nemen wij aan het eind van de dag telkens mee naar huis, steken de vuile luiers dan bij in onze grote wetbag en geven de medium wetbag de volgende dag weer mee naar de opvang. Om de paar weken was ik de medium wetbag eens samen met de luiers, tenzij deze echt vuil is vanbinnen en sneller aan een wasbeurt toe is.

 

Ons kindje gaat volle dagen naar de opvang, behalve op woensdag. Als ik maandagochtend 10 propere luiers meegeef, komt ze hier dus tot woensdag zeker mee toe, halfweg de week voorzie ik dan weer een propere lading. Twee keer per week moet ik dus propere luiers meenemen naar de opvang. Wanneer onze grote wetbag thuis vol is, gaan deze luiers in de was. Omdat wij een grote wasmachine hebben (capaciteit 9 kg) en (te) veel luiers, hoef ik slechts 1 à 2 keer per week een luierwas te draaien. De propere luiers gaan dan op het droogrek en zijn droog tegen dat de volgende lading er op moet (in de winter is het soms nodig de luiers, of toch minstens de inleggers, in de droogkast te steken).

 

Lukt dat wel; wasbare luiers in de opvang?

Ja en neen 😉

 

Hoewel onze opvang herbruikbare luiers aanvaardt, zitten er niet zo veel kindjes in de wasbare luiers. Voordat wij daar kwamen, hadden ze in het groepje waar ons meisje startte vroeger al 1 kindje in wasbare luiers gehad. De vaste begeleidster van dit groepje had hier dus al ervaring mee, de nieuwe begeleidsters echter niet. Ook in het peutergroepje waar ze nu zit hadden enkele begeleidsters reeds ervaring hiermee, terwijl het voor anderen compleet nieuw was.

 

In beide groepjes kwamen de eerste weken af en toe lekjes voor en moest ik regelmatig, ondanks duidelijke uitleg op voorhand, toch nog wat bijsturen. Dit gebeurde meestal als er een wissel was van begeleidster, in onze opvang zitten namelijk zeer vaak stagairs, die herbruikbaar vaak (nog) niet kennen.

 

Het probleem was meestal dat ze niet op tijd verschoonden. Sommige begeleidsters voelden eens vluchtig in de luier of deze nog proper was, maar hadden niet door dat een luier met stay-dry binnenkant droog kan aanvoelen terwijl de inlegger wel goed nat is. Een ander veelvoorkomend probleem was dat ze de luier niet goed aandeden, zo zag ik vaak dat de luier te strak werd gedaan of niet goed in de liezen zat (velen hebben de neiging een wasbare luier net zoals een wegwerp aan te doen).  Zoals ik ook al in een eerder blogs vermelde, gebruik ik liefst luiers en overbroekjes met drukknoopjes, voor de opvang ben ik echter meer fan van klittenband (dit lijken de begeleidsters minder strak aan te spannen).

 

Zindelijkheid

Al bij al ben ik nog steeds tevreden van mijn keuze om wasbaar ook in de opvang te laten gebruiken, ondanks soms de ergernis wanneer er klachten van lekjes e.d. komen terwijl dit puur komt door mijn instructies niet op te volgen. Waar ik me meer aan stoor is het feit dat ons meisje zeer goed op weg was om zindelijk te worden, thuis gaat ze heel vaak op het potje, maar deze vooruitgang tegengehouden wordt doordat ze haar in de opvang niet standaard op het potje willen zetten omdat ze nog geen 2 jaar is. Dit staat echter los van het feit of ze al dan niet wasbaar draagt in de opvang.

 

(Veel) voorkomende fouten bij gebruik van wasbaar door oppassers

Zoals ik eerder vertelde is een te strakke luier of een luier die niet goed in de liezen zit het meest voorkomende probleem dat ik zie, waarschijnlijk omdat ze een wasbare luier proberen aandoen zoals een wegwerpluier.

 

Daarnaast zie ik bij het gebruik van tweedelig ook regelmatig de fout dat een overbroekje vergeten wordt of de absorberende stof onder het overbroekje uit komt.

 

Nog een paar dingen die ik zelf al zag of die ik hoorde van anderen die wasbare luiers gebruiken en hun kindje eens in de handen van oma, opa of de echtgenoot die weinig luiers verschoonde (meestal bleek het toch papa die het verschonen aan mama overliet, sorry aan enthousiaste papa’s die wel veel luiers verschonen):

 

  • Een voorgevormde luier over een hydrofiel (mijn eigen man had dit gedaan toen ik hem zei dat ons meisje eindelijk in de meegroeiluiers paste, goed bedoeld maar niet ideaal om de kleertjes droog te houden 😉)
  • Een voorgevormde luier over een voorgevormde luier (ja dit zal wat langer houden, maar toch nog niet hoe het hoort)
  • Een overbroekje over een AIO/pocketluier (zal zeker niet lekken, maar beetje onnodig)
  • Een overbroekje dat binnenstebuiten zit (zal wel werken, maar toch zonde van het mooie printje dat je nu niet meer ziet 🙂)
  • Een pocketluier of AIO die binnenstebuiten zit (dit werkt dus niet, pipi wordt amper tot niet geabsorbeerd en zal naast de luier lekken terwijl de absorberende stof (grotendeels) droog blijft)
  • Een voorgevormde luier over een … overbroekje ?! (dat werkt dus ook niet, om dezelfde reden als bij voorgaande fout)
  • Een achterstevoren luier (dit is op zich niet echt een probleem en zelfs een goede tip als je kindje niet op de rug wil blijven liggen tijdens het verschonen. Ik heb dit een tijdje uit noodzaak ook zelf gedaan en oma doet het ook regelmatig als ons dametje haar kuren heeft)

 

Welke grappige of juist vervelende missers heb jij gezien?

Hopelijk is deze blog op z’n minst voor een aantal van jullie weer verhelderend geweest en heeft het jullie misschien zelfs overtuigd om ook in de opvang op wasbaar over te stappen.

 

Heb je zelf nog andere leuke, grappige, vervelende, … fouten en missers gezien bij het gebruik van wasbare luiers in de opvang, of handige aanpassingen?  Voel je vrij om ze hieronder in de comments te posten, zo kunnen we er allemaal nog wat van leren (en misschien een beetje lachen).

 

Een moestuin is natuurlijk geweldig, maar als die net zoals bij mij op een ander plek ligt, is dat soms onhandig. Bijvoorbeeld als je wat verse Italiaanse kruiden nodig hebt voor door de pasta of wat munt voor heerlijk fris muntwater. Ik heb dus mijn eigen kruidentuintje aan huis. En dat hoeft helemaal niet veel ruimte in beslag te nemen. Ik geef je wat leuke tips.

 

Zelf kweek ik al mijn kruiden thuis. Ik vind het heerlijk dat ik alleen maar mijn stadstuintje hoef in te stappen en daarna met een hand vol kruiden in de keuken aan de slag kan. En ik vind het zonde om elke keer plantjes in de supermarkt te kopen, die meestal na 1 of 2 weken het loodje leggen. Dat zijn namelijk gewoon ‘plof’-plantjes zijn die veel te snel en op een onnatuurlijke manier zijn opgekweekt. Niet echt duurzaam.

 

Wat heb ik thuis allemaal staan?

Ik ben dol op kruiden, dus ik heb thuis behoorlijk veel staan. Heel soms koop ik een biologisch plantje in het tuincentrum, maar meestal zaai ik zelf. Vind ik net wat leuker.

 

Ik heb thuis:

 

  • Munt
  • Oregano
  • Rozemarijn
  • Peterselie
  • Wilde marjolein (heel goed voor de bijen!)  
  • Tijm
  • Basilicum

 

Dit jaar ga ik voor het eerst ook lavas (oftewel de maggiplant) proberen. Ik ben benieuwd! Bovenstaande kruiden kun je, behalve de munt, allemaal nog zaaien in mei. Voor munt kun je het beste een stekje van iemand vragen of een plantje in het tuincentrum kopen.

 

Van mijn munt maak ik thee of fris muntwater met citroen. Ik doe het ook soms door mijn zomerse couscous salade. Let op: munt kan enorm woekeren en groeit snel. In de volle grond heb je binnen no time je halve tuin gevuld met munt;-)

 

Je kunt echt alle kanten op met kruiden en ze overal inzetten. Ik geef wat leuke inspiratie:

 

Pot

In een pot kun je prima kruiden kweken. Voor buiten vind ik zelf terracotta potten heel mooi. Maar je kunt natuurlijk ook voor andere varianten gaan. Heb je een flink grote pot met een diameter van zo’n 30 centimeter of meer, dan kun je verschillende kruiden met elkaar combineren.

 

Zet wat kruiden op een lichte plek in je keuken. Bijvoorbeeld in een mooie glazen weckpot zonder deksel.

Fotocredit: Walter Gaspar Unsplash.

 

Houten kistje of bak

Ben je net zoals ik dol op natuurlijke materialen? Dan is een houten kistje een leuk idee. Zorg dan wel dat je er beschermend materiaal indoet om rotten te voorkomen. Bijvoorbeeld worteldoek.

 

Hier zaten vorig jaar mijn aardbeien in, dit jaar ga ik er een kruidentuintje van maken. Vers gezaaid!

 

Bloembak

Heb je een balkon of een schutting in de tuin? Dan is een bloembak ook een prima idee voor een kruidentuin. Hangt je bak in de volle zon? Denk er dan wel aan om genoeg water te geven, want de grond droogt snel uit.

 

Ik heb thuis ook een bloembak die ik van de verhuizende buurman kreeg gevuld met kruiden. Er zit munt en oregano in. Maar de munt neemt het over;-)

 

Hangzak

Superleuk voor aan de muur of schutting of aan je balkonrailing: een hangzak. Dit ga ik dit jaar ook proberen. Ik heb namelijk een heel zonnige muur in de tuin, dus daar wil ik optimaal gebruik van maken. Je hebt allerlei varianten zonder en met druppelsysteem, waaronder de eetbare wand.

 

Fotocredit: Wiccahwang

 

Pallet

Hier heb ik zelf geen plek meer voor in mijn tuin, maar oh wat vind ik dit leuk: een kruidenpallet. Je kunt de pallet zelf vullen met aarde en kruiden, maar je kunt hem ook alleen gebruiken om er potjes aan te hangen. Allebei mooi.

 

Een pallet kost bijna niets, vaak kun je ze ook wel ergens gratis krijgen als er bouwwerkzaamheden zijn. Op een weggeef-Facebookgroep maak je ook een goede kans.

Fotocredit: Tamarackgold

 

Geniet van jouw kruiden deze zomer!

 

Groen moet je doen. Hoewel ik als blogger ondertussen een complete website heb volgekalkt met tips voor een duurzaam leven, zeg ik soms ook: en nu even niet! Want duurzaam leven is leuk, maar het moet ook leuk blijven wil je het een beetje volhouden. 

 

I ain’t no saint

Precies een jaar geleden ben ik gaan bloggen over duurzaam leven. Door enthousiaste stukjes te tikken over mijn strooptochten door kringloopwinkels, plastic vissen in de grachten en voedselreddingsacties bij supermarkten, wil ik lezers laten weten van: hé, als je dit doet, draag je iets positiefs bij aan het milieu!

 

Omdat ik ook via Facebook en Instagram de nodige tips het net op slinger, hebben mijn trouwe lezers ondertussen wel al hónderden, zo niet duizenden groene adviezen over zich uitgestrooid gekregen. Raadgevingen waarvan lezers misschien denken dat ik ze zelf allemaal nauwgezet naleef. Maar of dat zo is? Volg ik al mijn eigen tips? Do I practice what I preach? Eerlijk antwoord: ik doe mijn best, maar ik ben zeker geen groene heilige. Ook ik laat steken vallen.

 

Ik buk voor Anta Flu-wikkels

Want hoewel ik 90% van mijn kleding en inboedel tweedehands koop, al anderhalf jaar bewust niet vlieg, mijn gezicht reinig met herbruikbare wattenschijfjes, geen auto heb en nauwelijks een boswandeling maak zonder om de haverklap te bukken voor lege blikjes en Anta-Flu wikkels, doe ik ook dingen die níet goed zijn voor onze planeet. Om te beginnen: het eten van dierlijke producten. Hoewel ik met slechts één dag in de week vlees eten het begrip flexitariër behoorlijk oprek, ben ik nog heel ver weg van het vegan gebeuren. Zo begin ik elke dag met een grote bak yoghurt. En omdat mijn avondmaaltijd niet compleet is zonder toetje, gooi ik er dagelijks als afsluiter ook nog een schaaltje vla achteraan. Duurzaam verantwoord? Nee. Lekker? Ja.

 

 

Kiwi-amnesie

Wat ook totaal niet past in mijn duurzame levensstijl is dat ik relatief weinig biologische producten koop. Soms trap ik op een vrije zaterdag mijn fiets richting de boerenmarkt om wat onbespoten appels en tomaten in te slaan, maar als ik de week daarna andere verplichtingen heb en ik mijn biologische Elstars voor veel geld én in plastic verpakking bij Albert Heijn moet kopen, ben ik die enge gif-verhalen vaak plotsklaps vergeten. Oftewel ligt er even later een berg bespoten exemplaren op mijn fruitschaal te glimmen. Plus een viertal kiwi’s die nog aan het bekomen zijn van een gigantische jetlag na een reis vanuit het Nieuw-Zeelandse. Tsja, niet zoals mensen van mij zouden verwachten, maar het gebeurt wel.

 

Redden en weggooien

Ook al neem ik vaak mijn Dopper of koffiebeker mee als ik de deur uitga, soms kom ik toch thuis met iets van de afhaal-Thai in een plastic bakje. En hoewel ik boodschappenlijstjes maak op gebruikt papier en niks uitprint wat niet nodig is, koop ik toch elke week een paar tijdschriften. En ondanks dat ik regelmatig voedsel red via Too Good To Go of afprijs-acties van de supermarkt, belanden er geregeld wel eens wat spruiten of een halve zak spinazie in mijn pedaalemmer onder het mom van ‘geen zin meer of bedorven’. Consequent? Nee. Menselijk? Ja.

 

Off day? Geniet ervan!

Want hoe zeer ik ook probeer om door mijn dagelijkse keuzes en acties het milieu te ontzien: alles perfect doen, is onmogelijk. En eerlijk gezegd hoef ik dat ook niet van mezelf. Als ik alles foutloos zou willen doen, zou ik mezelf constant op mijn vingers moeten tikken en daar heb ik geen zin in. Ik doe al zóveel om een positief verschil te maken, dat ik af en toe best een off day mag hebben. En daar geniet ik dan ook van. Dus als ik onderweg zin heb in een frietje en dat zit in een plastic bakje dan is dat zo. Of als ik morgen de mooiste jas ooit tegenkom, terwijl ik met mezelf heb afgesproken geen nieuwe kleding meer te kopen, dan trek ik mijn pinpas en heb ik de volgende dag geen spijt.

 

Want duurzaam leven gaat naar mijn idee vooral om bewust zijn. Weet je beter, dan doe je beter. En een keer de ‘fout’ ingaan is alleen maar gezond. We zijn dan wel groen, maar geen aliens, toch?

Gemakkelijke en tegelijkertijd gezonde gerechtjes, ik hou ervan! Niet te veel moeite doen, maar toch veel fijne voedingsstoffen binnen krijgen. De laatste tijd maak ik als ontbijt vaak ‘rawnola’. Je zult misschien denken, bedoel je geen granola? Nee, rawnola! Een ‘rauwe’ variant van de granola. Binnen een paar seconden gemaakt en je hele ontbijtje zal een stuk feestelijker worden.

 

 

Rawnola ingrediënten voor 1 persoon

– 3 medjoul dadels
– 1 eetlepel havermout
– 1 theelepel kokosrasp

 

 

Rawnola bereidingswijze

Doe alle ingrediënten in een keukenmachine of mix het met een staafmixer. Let op dat je pulseert, zodat het niet een geheel wordt. Doe dit een aantal keer tot de ingrediënten goed gemengd zijn en je de structuur hebt van granola. Soms doe ik een heel klein beetje water erbij, als de dadels niet zo zacht zijn. Dan kun je het direct eten en hoeft het dus niet in de oven, scheelt weer tijd!

 

Het leuke van rawnola is dat je er veel verschillende soorten ontbijtjes mee kunt maken. Zo eet ik het met verschillende soorten fruit of door mijn soja/kokos yoghurt heen. Je kunt ook bananenijs maken en het daarbij als topping gebruiken.

 

Keuze genoeg, geniet ervan!

Een paar jaar geleden las ik eens een artikel over dumpster diven en ik vond het een beetje apart. Het houdt in dat je na sluitingstijd naar een supermarkt gaat om in hun afvalbakken te kijken en er groenten, fruit en verpakte etenswaren uit te vissen die nog prima zijn voor consumptie. Ik zag het al voor me, in de schemering met handschoentjes in vieze afvalbakken graaien voor eten…

Maar als je er over nadenkt is het ernstig gesteld met de supermarkten in Europa. Onvoorstelbaar grote aantallen etenswaren worden dagelijks weggegooid omdat er bijvoorbeeld een beurse plek op één sinaasappel in een heel net zit. Of omdat de bananen zwarte vlekjes op de schil hebben gekregen, terwijl ze van binnen nog helemaal goed zijn.

Volgens de wet is het verboden voor supermarkten om hun producten weg te geven of te doneren. Het gebeurt slechts heel af en toe dat er bijvoorbeeld iets naar de voedselbank gaat.

 

dumpster diven

Zelf proberen

Ik reis nu voor twee maanden in Zweden en Finland en de mensen van de biologische boerderij waar ik nu vrijwilligerswerk doe, doen geregeld aan dumpster diven. Zo kwam ik er weer mee in aanraking en heb ik het met twee andere vrijwilligers uitgeprobeerd. En het was geweldig! We hadden wel geluk want de supermarkt die wij bezochten had niet alles in vuilnisbakken gegooid, maar gewoon in opgestapelde kartonnen dozen. We vulden vier tassen met bananen, aardbeien, sinaasappels, aubergines, courgette, gember, uien, komkommers en paprika. Alles zag er nog goed uit, op af en toe een beurs plekje na. Voldaan liepen we weer terug naar de boerderij. Het voelde zo goed al deze etenswaren te hebben gered!

Natuurlijk is het op elke locatie weer anders. De ene supermarkt houdt de prullenbakken achter slot en grendel tot de vuilniswagen ze op komt halen, de andere supermarkt maakt het je stiekem wel heel erg makkelijk. Het is een beetje uitvinden en proberen wat wel en niet werkt, maar ik vind het echt de moeite waard! Als je eenmaal een goede winkel hebt gevonden kun je ook nog eens veel geld besparen!

 

dumpster diven resultaat

 

Wat heb je nodig om te dumpster diven?

– handschoentjes voor het geval er ook wat rotte producten tussen zitten
– zakjes om alles in te doen voor je het in je tas stopt
– genoeg tassen om alles in mee te nemen!

Hoe vind je een geschikte supermarkt?

Zoek op internet, vaak raden mensen bepaalde plekken aan. Google ook dumpster diven + jouw woonplaats.
– Community forum over dumpster diving https://dumpsterdam.nl/
– Website met een map voor locaties in heel Europa http://dumpstermap.org/
– Tegenlicht documentaire https://m.youtube.com/watch?v=Qjxof2hSsLY&t=17m22s

 

Sinds de jaren 50 is er al over de 8.3 biljoen ton aan plastic gemaakt op aarde. Het is een materiaal wat goedkoop is, licht van gewicht en wat lekker lang mee gaat. Bovendien kun je met plastic alle kanten op.  Plastic composteert pas na een jaar of 400 tot wel 1000 en dat betekent dat al het plastic wat ooit is gemaakt er nu nog is (in welke vorm dan ook). Absurd is het dan eigenlijk dat we ons nu pas een beetje zorgen beginnen te maken over ons plastic verbruik.

 

 

Daar waar glas en papier nogal redelijk te recyclen is, is dat met plastic schijnbaar een stuk complexer. Het is duurder en gaat niet zo gemakkelijk. Ik weet er zelf het fijne niet van, maar ik weet wel dat 91% van al ons plastic NIET gerecycled wordt. dat betekent dat vroeg of laat plastic in de oceanen terecht komt. Zeedieren zijn gewend dat alles wat in zee drijft eetbaar is en dus eten ze het gemakkelijk op.

 

Ik zag vorige week het nieuwsbericht van de overleden potvis die naast een dode baby ook 22 kilo aan plastic in haar buik meedroeg. Daar werd ik echt verdrietig van.

 

Gelukkig lijken mensen wakker te worden en gaan we met zijn allen langzaam over op minder plastic verbruiken. De overheid doet ook een beetje mee en schaft in 2020 alle wegwerp plastic bekertjes, oorwattenstaafjes en andere eenmalig plastic gebruiksvoorwerpen af. IKEA zegt in 2020 minder plastic te willen verkopen en Jumbo en AH gaan ook mee en proberen plastic terug te dringen door de verpakkingen bij groente en fruit weg te laten. Daar waar mensen eerst nog dachten dat als je plastic zou scheiden, dat je dan goed bezig was, zijn we het nu toch wel eens dat we plastic maar beter kunnen vermijden, aangezien slechts 9% wordt hergebruikt.

 

De rest komt vroeg of laat in sloten, rivieren en meren terecht en uiteindelijk allemaal in de oceanen van de wereld.

 

 

MAAR!

Ja nu komt het… Wist je dat er jaarlijks 640,000 ton aan visgerei zoek raakt in de oceanen? Nou daar hoor je nooit iets over en dat de impact hier van grote gevolgen heeft voor het leven in de oceanen ( en uiteindelijk ook voor de mensheid). De allergrootste bedreiging van de oceanen zijn visnetten. Niet gedacht toch? ik ook niet.

 

Het is een feit dat visnetten de grootste killers zijn in de oceaan. Ze vangen nadat ze zijn losgeraakt van boten nog dieren zoals: zeehonden, haaien, dolfijnen, zeeschildpassen, krabben en, natuurlijk, vissen.

 

Visnetten beschadigen en verwoesten harde en zachte koralen en zijn verantwoordelijk voor het kapot maken van hele ecosystemen. Je noemt het maar op en ze maken het stuk.

 

Moderne industrieën zijn bezig om visnetten te maken van hennep bijvoorbeeld, maar deze zijn en duurder en minder sterk. Bovendien, als je naar de korte termijn kijkt, in 2050 is er meer plastic in de oceaan dan dat er vissen zijn.

 

Stop met vis eten

We worden tegenwoordig aangesproken op onze plastic consumptie, maar nooit wordt er ook maar ergens gezegd dat stoppen met vis eten goed zou zijn om de plastic soup te verminderen.

 

Bovenop het feit dat vissen lijden tijdens gevangen worden en dat de netten zorgen voor schade aan andere levende wezens en hele ecosystemen EN de plasticvervuiling, kun je jezelf ook afvragen hoe gezond vis eten nu eenmaal is. Met de kennis die er is over microplastics weet je eigenlijk dat er een groot risico voor de gezondheid is als je vissen eet, met al die microplastics in hun buikjes. Giftige stoffen in plastic komen vrij in zeedieren en deze komen dan ook in anderen terecht, zowel in zeevogels, als in landdieren als in mensen.

 

Dus hoe goed het ook is om nee te zeggen tegen de plastic rietjes in je cocktail deze zomer aan het strand, doe je er ook heel goed aan om te stoppen met vis te eten als je een plastic vrije wereld wilt.

 

<3